Het betoog in Zomergasten van de theaterregisseur Johan Simons op 18 augustus 2013, ik heb het meer gehoord, Duitse cultuur bestaat uit een vorm van dialectiek of dialoog. Een kunstenaar is daar een serieus beroep en die neemt actief deel aan het publieke debat. Interessant. De Nederlandse cultuur daarentegen is ingebed in het poldermodel, in de consensus cultuur, commissies van deskundigen oordelen sturend over de toekenning van subsidies en eenmaal toegekend volgt nauwelijks follow-up. Ik spreek uit ervaring en alleen met betrekking tot de beeldende kunstsector en ik overdrijf for the sake of argument in een tegenstelling die bestaat uit een elite en het volk. Een geïsoleerde en gesubsidieerde kunstenaar ontstond, die nauwelijks voeling had met de culturele ontwikkeling en een (doorgaans door de elite zo beschouwde) platte, volkse cultuur floreert naast de elitaire inteelt kunst. Met tegelijk gelukkig grootse uitzonderingen zoals de poëtische Mark Manders (zie onder) en de solist Erik van Lieshout.