Apocalyps Now en berserk

De relevante monoloog van Marlon Brando in de rol van de krankzinnig geachte Kolonel Kurtz ten tijde van de Vietnamoorlog. Zie voor de complete tekst “Apocalypse Now” – Colonel Kurtz’s monologue.
Kurz vertelt hoe hij lang geleden met ‘special forces’ een kamp binnen trok om de kinderen tegen polio in te enten. Na die opdracht vervuld te hebben vertrokken ze. Een oude man kwam later achter hun aan, huilend en hij kon niet zien en de ‘special forces’ keerden terug in het kamp. En zij (de vijand) waren daar geweest en hadden elke inge-ente arm afgehakt. Daar lag een hoop afgehakte armpjes.
“En ik huilde als een oude vrouw, ik wilde mijn tanden uitrukken.”
Kurz verteld over die horror en over het plotse inzicht, een openbaring, ‘a diamond bullet’ waarbij die traumatische gebeurtenis, de horror de ‘trigger’ is.
Het kristal heldere inzicht is de absoluut noodzakelijkheid van meedogenloosheid in functie van het doel. Het is de reden van de oprichting van zijn eigen leger in de jungle.
Hij eindigt met een beschrijving van de ideale krijger.
“You have to have men who are moral… and at the same time who are able to utilize their primordial instincts to kill without feeling… without passion… without judgment… without judgment. Because it’s judgment that defeats us.”

Een andere ideale krijger is beresterk oftewel de berserker.

Berserk of berserkr. Old Norse berserkr (Icelandic berserkur), probably from bj?rn ‘bear’ + serkr ‘coat’.
Wodan en Odin. Verwantschap met de beer als totem. Beide, Wodan en Odin (geestdrift en furie), zijn specifiek een Eénoog, Odins andere oog ligt in de bron bij Yggdrasil.
Beschrijving van een verwrongen gelaat veroorzaakt door woede en/of pijn, dusdanig dat het ene oog verdwijnt. In trance staat ook beschreven als licht gewond raken en vanwege de pijn berserk gaan.
Negenhonderd na Christus. De Berserkers vechtend in een roes opgewekt door rituelen en mogelijk stimulerende middelen. Noorse krijgers gehuld in berevellen in een staat van extase zijn formidabele krijgers en schijnbaar ongevoelig in hun woede en waanzin.
“To go berserk” is de Engelse aanduiding voor het verlies van zelfbeheersing.
Wikipedia.
“berserker” today applies to anyone who fights with reckless abandon and disregard to even his own life. The actual fit of madness the berserker experienced was referred to as berserkergang (“going berserk”).
“Going berserk” describes a person who is acting in a wild rage or in an uncontrolled and irrational manner.
“Going berserk” refers also to an overdose of adrenaline-induced opioids in the human body and brain leading a soldier to fight with fearless rage and indifference, a state strikingly similar to that of the 9th century berserkers.

De fysieke transformatie van de beer van ‘gewoon’ naar ‘eenoog koning’ verbeeldt tevens de psychische verandering. Status.
De laatste fase is blind en schizofreen.

En dan de krijger in ‘The Ultimate Warrior’. Zie onder archieven Bijgeloof/Gedrag het stuk ‘De tic van de Ultmate Warrior’ en onder Conspiracy het stuk ‘Project Camelot interviews Duncan O’Finioan’ Duur 1:13:36.
.

Berserk of berserkr. Old Norse berserkr (Icelandic berserkur), probably from bj?rn ‘bear’ + serkr ‘coat’. Op de foto ‘Bear Coat’ uit 2001, h. 165 cm., werk van de Leidse beeldhouwster Fleur van den Berg (1972).
Een lichaam vol bulten en uitstulpsels, in okers van bruin tot geel, die kortstondig ziekelijk ogende persoon blijkt gekleed in een uit vele, kleine berenknuffels samengestelde jas. Een kostuum waar in de opbouw van groot formaat naar klein is gewerkt, waardoor een groeiend effect ontstaat, een verjonging naar boven toe en de kraag is dus van de kleinste beertjes gemaakt. Het natuurlijk ogende kledingstuk dat van nek tot aan de vloer reikt en van de schouders tot aan de handen, maakt degene die het omhult tot een levend beeld van een vreemde beer, wiens berenvel mantel uit honderden beertjes bestaat, genadeloos aan elkaar gestikt. Het is een ‘levende’ huid, die de identiteit multipliceert en tegelijk ontkent, omdat men vormelijk in de massieve jas niet zozeer op een beer lijkt, maar op een met verweerde kokkels begroeide stalagmiet met een menselijk hoofd.
Het beeld is daarom absurd, vervreemdend en clownesk en bevestigt dat men in de identiteit door het kostuum wordt bepaald. Hoort bij het kostuum geen dekor en een toneelstuk?

Allart Lakke, 2011.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *