Het betoog in Zomergasten van de theaterregisseur Johan Simons op 18 augustus 2013, ik heb het meer gehoord, Duitse cultuur bestaat uit een vorm van dialectiek of dialoog. Een kunstenaar is daar een serieus beroep en die neemt actief deel aan het publieke debat. Interessant. De Nederlandse cultuur daarentegen is ingebed in het poldermodel, in de consensus cultuur, commissies van deskundigen oordelen sturend over de toekenning van subsidies en eenmaal toegekend volgt nauwelijks follow-up. Ik spreek uit ervaring en alleen met betrekking tot de beeldende kunstsector en ik overdrijf for the sake of argument in een tegenstelling die bestaat uit een elite en het volk. Een geïsoleerde en gesubsidieerde kunstenaar ontstond, die nauwelijks voeling had met de culturele ontwikkeling en een (doorgaans door de elite zo beschouwde) platte, volkse cultuur floreert naast de elitaire inteelt kunst. Met tegelijk gelukkig grootse uitzonderingen zoals de poëtische Mark Manders (zie onder) en de solist Erik van Lieshout.
Johan Simons beschrijft de kunst optimaal functionerend als hangend, controlerend boven de cultuur. Een mooi beeld van een regisseur, een camera perspectief in de vlucht van een vogel. Vrije kunst. Ik zou zeggen mogelijk moet vooral actuele kunst vanuit die positie opereren, alhoewel, waarom de oude garde niet ook? Kunst controlerend boven de cultuur in de rol van een provocateur, een agent, een sturend mechanisme? Dicterend of als een baken in de mist? Als de censor? Waaruit bestaat de cultuur? Simons lijkt het actieve karakter van een kunstwerk als de lading of de krachtstof te duiden en datgene wat noodzakelijk is in de deelname aan het publieke debat.
Is kunst niet gedoemd te worden tot een vehikel van propaganda? Ik werk geruime tijd als beeldend kunstenaar, ik heb geen verstand van toneel en muziek, maar geloof te hebben waargenomen dat de musea en culturele instanties beheerst worden door een conservatieve elite die soms een welbepaald soort van (mede) politiek correcte censuur uitoefenen, waardoor de verworven en getoonde kunst optimaal functioneert als een oprecht bedoeld baken in de mist en als een sturend mechanisme. Die goede bedoelingen zijn geen gevolg van een bewust complot, maar er is een gelijksoortigheid in hun keuzes en waardering. Een welbepaalde uniformiteit op grote schaal met overal dezelfde soort kunstwerken en kunstkritiek, vreemd. De musea en de collectioneur zijn zelf het onderwerp en gedifferentieerd geraakt, maar iedereen heeft een Damien Hirst. Ik vermoed helaas dat exposure op grote schaal mogelijk is indien de kunstenaar bevestigend en binnen het geoorloofde terrein opereert óf indien de kunstenaar populistisch (door het volk) tot in de adelstand van roem wordt verheven, waarbij de elite zich de schouders ophaalt. Overigens zal niet elke gewillige deze uitverkoren positie in de beeldende kunst verkrijgen, een hecht, herkenbaar en repetitief, consequent en vooral verhandelbaar oeuvre en een deel constructieve smack my bitch up zijn mede van invloed. High culture beïnvloedt low culture, maar andersom? Het prestigieuze Guggenheim wil de ultieme standaard zetten, het zijn de duurste muren. En aldus worden beeldende kunstuitingen die die censuur minstens bevestigen uitverkoren te worden getoond en bejubeld. Wie pist zijn klanten af, de miljonairs en de miljardairs? Het oorspronkelijke elan van de Avant-garde is daarmee helaas tot een ongevaarlijke kunst verworden. Kunst zonder angel. Politiek correcte herhalingen van zetten. Wat ik denk over het soort van zelf kwetsende of politiek correcte kunst uitingen? Smeer poep in je gezicht, da’s leuk. Toon zoveel mogelijk actueel vervolg van Minimal Art en Conceptual Art met hoofdletters, maar bedenk Bob Dylan wasn’t in the music for money. Het is inmiddels brave kunst.
Ik chargeer bewust, maar gestimuleerd wordt niet het werk van diegenen die het klimaat binnen de kunst grondig aanklagen en de speculatieve sfeer van het financieel gewin verwerpelijk achten en die zijn of haar oeuvre zo beperkt mogelijk houden en intens, vanwege die sfeer en dat klimaat. Degene die het gecensureerde openbaren en de macht aldus bestrijden of trachten te ontmaskeren in hun werk. Met meerdere redenen daaraan ten grondslag, bijvoorbeeld ecologisch, praktisch, effectief, ethisch en noodzakelijk. Minimal survivor. Een soort van werk dat eerder ontregelend dan sturend functioneert. Het is zuur, maar nee, in het museum geen wrede kunst, geen wanstaltige kunst. En dus geen verbeelding van de kleptocratie.
Alhoewel, via de achterdeur kan het misschien, in de nacht van 14 september 2013 was de interactieve website www.allartlakke.nl te zien in het Rijksmuseum Volkenkunde in Leiden. De outsider tussen de volkenkundige artefacten.
Allart Lakke, 2013.