Flore de Koning

Flore de Koning (Leidschendam, 1977). Opleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, de Kunsthochschule Berlin-Weissensee, Berlijn en Chelsea College of Art & Design, Londen. Landschappelijk schilderijen op groot formaat.

Helen Verhoeven (Leiden, 1974)

Schilderes en beeldhouwster.
Gedegen opleiding:
Rijksakademie van Beeldende Kunsten, Amsterdam, 2005-2006.
New York Academy of Art, New York, 1998-2001.
San Francisco Art Institute, San Francisco, 1992-1996.
School of Visual Arts, New York, 1994.

Winnares van de Wolvecampprijs 2010.
Winnares van Koninklijke Prijs voor Schilderkunst 2008.

Tjebbe Beekman (Leiden, 1972)

Tjebbe Beekman (Leiden, 1972). Opgeleid aan de Rijksacademie. Woonde en werkte gedurende lange tijd in Berlijn. Recent teruggekeerd naar Amsterdam.
Tjebbe Beekman is een schilder van het apocalyptische in onze steden. De veelheid en het chaotische. Überbarok. Gerepresenteerd in Nederland door Galerie Diana Stigter, Amsterdam. Geniet internationale bekendheid.
www.tjebbebeekman.com.

Job Wouters, Aka Letman (Leiden, 1980)


Letman is internationally known for his trailblazing synthesis of illustration and lettering. He not only creates masterful decorative letters and typefaces, but also pioneers work that is a hybrid of graphic design, screen printing, graffiti, illustration, and painting.

Maarten van Maanen (Leiden, 1975)


“Ons dagelijkse presentatie en wie we ‘echt’ zijn, is ingrijpend verstrengeld en roept de vraag op: waar eindigt het ‘masker’ en waar begint de ‘echte’ ik?”

ZEDZ (Leiden, 1971)

Fris en scherp oogt het sublieme werk van Zacharias Zedz (Leiden, 1971) en het ontwikkelde zich vanuit één tag, het woord ZEDZ, de ‘perpetrator’.
Graffiti zweert bij de communicatie in de openbare ruimte en is als uitdrukkingsmiddel onderdeel van de hiphop cultuur. Binnen die cultuur geldt een eigen mores en ik ben geen ingewijde, maar Zedz schijnt een grondlegger in de Nederlandse scene en is met graffiti vanaf begin tachtiger jaren actief. Hij studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie en opereert inmiddels internationaal.

‘This is my world’

Het recente werk van de Leidse schilder Boudewijn Schrijver (1958, Leiden) oogt als een pop-art achtige versie van het strenge kubisme, naïef en zachtaardig. Soms met Pollock slierten en druipers verf of vlekken a la Sam Francis. Het is hedendaagse figuratieve abstractie, vrolijk met de rauwheid van de ‘in your face’ mentaiteit.  Een collagewereld vol van cartoonfiguren en reklame afbeeldingen.
Dit is het en hiermee moet u het doen.

Het atelier Hans de Bruijn

Het atelier Hans de Bruijn, Haagweg 4, Leiden 29 april 2009.
Aanwezig; Jetteke Bolten Rempt (JBR), Hans de Bruijn en ik.

Ik arriveer om kwart voor vier. Uit 1985 hangen drie grote schilderijen in het atelier, gortdroog. Een groep. Flets bijna. Afgetrapte schilderijen. A smack in the face. Mooi!
Van uit de tijd van voor de Rijksacademie zegt Hans de Bruijn.
1. Het Huis van Anton Heyboer
2. Gezicht
3. Huis of ruine. Zoals Hans het nu zou betitelen.

Leiden, lijken, Rembrandt en de Bruijn

Maandagochtend 8 november. De schilder blijkt het weekend ziek te zijn geweest. Het begon eigenlijk vorige week donderdagavond, de Bruijn worstelde met het kleurenpalet voor de lijkschouw (de Tulpvariant) in de ruïne van Rembrandts geboortehuis. Vrijdag sloeg de griep toe.
We drinken koffie. Een plastic krat staat vol nieuwe verf materialen te wachten.

Leiden, lijken, Rembrandt en de Bruijn 2

Donderdag 24 september 2010 ben ik bij de Leidse schilder Hans de Bruijn op atelier. Hij werkt aan een nieuwe serie, waarin een lijk in een ruïneus landschap zal worden getoond. Niet zomaar een lijk en niet zomaar een ruïne. Het is dubbelop, een ontzield lichaam in een restant van een woning, beide ruïnes dus.

Ernesto, Onze Leidse Luitenant

De filosoof Ad Verbrugge zong pathetisch “I’m only trying to make things work” tijdens de opbouw van de begrafenisceremonie in de Burcht, de oorspronkelijke huiskamer van luitenant Ernesto, Ernst Kamphuis.
Tja.
Bedenk het volgende schreef ik direct na zijn dood, 12 augustus 2008.

In mijn beleving heette hij feitelijk Luitenant Ernesto, naar zijn alter ego dat hij droeg uitgedost in een blauw, militair jasje met epauletten en een zeerovershoofddoek. Toen ik hem ontmoette via een vriend, begin jaren negentig van de vorige eeuw was hij een markant figuur op afstand en een trickster by far. Hij was destijds ronduit gevat en sprankelend. Ik socialiseer zelden en zag noch sprak hem vervolgens jaren niet. Ik kwam hem weer tegen, anderhalf jaar geleden, diep in de nacht. Maar daarna veranderde het contact.