De rauwe installaties van Izaak Zwartjes tonen een akelig visioen. U wordt verzocht onbevooroordeeld de beeldengroepen in complexe houten bouwsels af te tasten op zoek naar betekenis, tijd en plaats. Voorzichtig, want geweld ligt op de loer. De installatie lijkt een plaats delict en heeft een voodoo of trance-achtige kwaliteit. Hier is gruwel en doodslag, de catastrofe en/of de misdaad gefixeerd. De menselijke figuren zijn wanstaltig, misvormd, één is opgehangen, een ander ligt verkrampt op de grond. Ernstige mishandeling vond plaats. Verbranding, verminkingen, transformatie, de lichamen hebben kankerachtige gezwollenheid. Het zijn schokkende beelden, die zorgvuldig gecensureerd worden door de mainstream media. Het zijn verboden beelden, kwetsend en voorbij het taboe. Dader en slachtoffer zijn onduidelijk in schuld en lijden verweven. Oorzakelijkheid ontbreekt.
In het werk is het doelbewust intuïtief creëren opvallend. Ordening op gevoel. De bouwsels uit gerecupereerd hout zijn stevig en helder geformuleerde constructies, abstract soms, onvolgroeid en expansief. Alle gerecupereerde elementen, alles wat Izaak Zwartjes aanraakt, wordt van één zelfde orde, alsof een mentale laag eroverheen gedrapeerd ligt.
En zoals God een eigen creatie heeft geschapen, zo maakt de beeldhouwer zijn eigen materie, een gortig grijze, gedroogde drab van vuil en papier maché. De materie van Izaak Zwartjes is stug, grofstoffelijk, veelsoortig en subtiel. Het is een wrang-poëtische materie, het vergankelijke vlees op de botten van de mens.
Allart Lakke, mei 2010.