Kees Buurman (Leiden 1933 – Leiden 1997). Woonde en werkte in Leiden. Opleiding aan de Algemene Grafische School in Amsterdam en hij volgde het derde leerjaar schilderkunst op de Koninklijke Academie van Den Haag. Het vroege werk van Kees Buurman ontstond onder invloed van de Cobra beweging maar ontwikkelde zich vanaf 1966 in de richting van de geometrische, abstracte en fundamentele schilderkunst. Van 1967 tot 1972 werkte Buurman aan een serieInteractieve objecten, speelplastieken. Voorbeeld van Kastje met witte en zwarte cirkel uit 1967. Buurman werkte vanuit minimale middelen. In een ander werk Kastje eveneens uit 1967 zijn de langwerpige deurtjes om hun as draaiend geconstrueerd, de linker wit tegen een zwarte achtergrond en de rechter zwart tegen een witte achtergrond.
Vanaf 1988 beoefende hij de Japanse traditionele vorm van boogschieten (Kyudo of de weg van de boog) in een actieve, meditatieve ceremonie. De essentie van Kyudo is het streven naar goedheid, schoonheid en waarheid. Het latere werk is gelinkt aan het tachisme en kalligrafie, namelijk in het schilderkunstig gebaar na meditatie. Schilderen vanuit de leegte zoals Buurman het zelf formuleerde. Kees Buurman maakte tevens haiku’s en gedichten. Hij trachtte te schilderen in de lucht middels het vliegeren, het resulteerde in De Vluis uit 1994.
In 2000 publiceerde het Stedelijk Museum de Lakenhal het boek Buurman met teksten van Doris Wintges Hötte, Rudi Fuchs en Hans Locher over Kees Buurman.
Allart Lakke, 2012.