Petrus Paulus Carolus (Pieter) Geraedts jr. (Warmond, 1940). Woont en werkt in Leiden. Opgeleid aan de Vrije Academie, Den Haag. Verwierf vroeg faam met een uiterst versimpelde vorm van keramische objecten, namelijk vazen. Geglazuurde steengoed blokvaas Volume, ontwerp & uitvoering Pieter Geraedts uit 1968. In 1974 realiseerde Geraedts Het Verkiezingsproject Cultuur en Beleid in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Pieter Geraedts is een autonoom kunstenaar en geniet landelijke bekendheid sinds eind jaren zeventig van de vorige eeuw. Non figuratief en geometrisch abstract waren termen die destijds gebezigd werden. Fundamentele kunst. Het werk van Pieter Geraedts is vooral erg minimal. Minimaal in handeling, effect, kleur, materie. En tergend leeg en het is precies de macht van het niets die de kunstenaar bewust opzoekt. Een uiterst abstract standpunt, maar in realiteit verbluffend eenvoudig en effectief. Pieter Geraedts keurig articulerend met een fraaie basbariton vertrouwde mij ooit toe het min of meer fijn te vinden zich te vervelen, de leegte te ervaren. Het is de consistente toetssteen in zijn overigens schuchtere oeuvre.
Achter het bureau van de conservator moderne kunst van de Lakenhal Rob Wolthoorn hing vele jaren een kapstok, een plank met kledinghaakjes, waaraan meerdere verschillende en kapotte kleerhangers hingen. In de galerie van de sociëteit de Burcht in Leiden was in 1986 of 1987 een kleerhanger op de muur bevestigd waarbij aan beide uiteinden een andere kleerhanger hing en daaraan opnieuw andere kleerhangers, de kleerhangers verschilden van merk en het geheel hing wankel. Het oogde simpel en ergerlijk oprecht. Ergens is een droogrekje van staaldraad met over elke draad een vierkant geknipt stuk bubbeltjesplastic gevleid. Het zijn de ontklede beelden van Pieter Geraedts uit de jaren tachtig en negentig. De beeldhouwer gebruikte zo min mogelijk fysieke inspanning en waar mogelijk afval, een teil, bubbeltjesplastic, kleerhangers of witte emmertjes in uitgewogen combinaties en installaties, die consequent de naakte leegte tastbaar maakten, die de leegte afbakenen zoals Geraedts het verwoordde.
Ik zag in 1992 een irritante installatie in het deftige Kröller-Müller. Een rij van witte emmertjes hingen allemaal op gelijke hoogte en gelijke afstand van elkaar aan hun metalen hengsels. De bodem bij elk emmertje was er zorgvuldig uit gesneden, allemaal op dezelfde hoogte. Ik herinner mij het aantal niet, maar zeker zeven, acht emmertjes of meer. Het was het werk van Pieter Geraedts, de man van het extreem ingetogen gebaar, opwekker van de macht van het nietige, de verbeelder van het ledige. Tegenover het drama van het verhaal stelt Pieter Geraedts de essentie, het ultieme niets. Wat ik zag wilde Geraedts overbrengen. Het emmertje is een readymade aided. De minimale amputatie in een bestaand voorwerp toont ons het bodemloze in een verwarrende, repetitieve presentatie. De emmertjes zijn ontdaan van hun functie en betekenisloos, maar nauwkeurig opgehangen als ware het relieken. Het lijkt allemaal zinloos en niks, maar het beeld beklijft als een verbeelding van dat niks. Het is namelijk net niet niks.
Pieter Geraedts en zijn broer Thom Geraedts (1950) exposeerden samen in 2004 in de show Twee Broers in het Kröller-Müller Museum in Otterlo. Hun vader was Pieter Geraedts (1911-1978) schilder, beeldhouwer en glazenier.
Vanaf de jaren negentig werkt Geraedts voornamelijk met krantenpulp. Foto van de presentatie van recent werk in 2010 bij JCA de Kok in Den Haag.
Pieter Geraedts wordt vertegenwoordigt door galerie Ramakers in Den Haag en galerie De Witte Voet in Amsterdam. Geraedts ontbreekt een eigen website.
Allart Lakke, 2012.