Etymologisch.
De l’hébreu ancien t?h? w?bh?h?, noms que les livres hébraïques donnent au chaos primitif, à l’état confus des éléments qui précéda la création du monde. cf. moyen français tohu wabohu, allemand Tohuwabohu.
Het raadsel geraakte opgelost via een weliswaar kleine en onvoorziene omweg, maar slechts na langdurige gepeins.
Wat is het moment van de schepping? Stel het is de oerknal, wat gebeurt er daarvoor? Over het muurtje in het heelal. De vraag luidt wat is het verband tussen de Illud Tempus en het Tohuwabohu?
De neolatijnse term Illud Tempus wordt vertaald in het Engels: now and forever. Nu en voor altijd. De term beschrijft zo een tijd als in de aanhef ‘Er was eens…’, in sprookjes. Een onbewuste tijd, tijd van voor het bewustzijn. Ooit.
Maar met het Illud Tempus wordt bedoeld bij Eliade, die de term muntte; time of origins, the sacred time when the world was first created. Het moment van de schepping dus.
In mijn beleving is het de transitie van de tijd waarin de materie ongebonden aan de natuurwetten is, voorwereldlijk, naar de onderwerping van de materie aan die natuurwetten en de dimensie tijd. Feitelijk chaos in de overgang naar orde. Oerknal?
Illud Tempus volgt en grenst dus aan het Tohuwabohu, Hebreeuws voor woest en leeg. De ‘tijd’ van voor de oorsprong van de schepping, namelijk als de materie ongeordend is, oer-chaos. On-tijd. Wir-war.
De Griekse Ouranos en Gaea zijn de ouders van de Titanen. Het idee van een natuurgodin/oermoeder is overigens prehistorisch, het gaat terug tot in de Steentijd.
Het is de Titaan Kronos/Cronus, die zijn vader Ouranos/Uranus (de hemel) ontmand. Kronos werpt het geslacht op de oermoeder Gaea/Gaia (de aarde) in de zee, waar door die bevruchting, uit het schuim van de vloedgolf Aphrodite/Venus ontstaat, de lente en de schoonheid. Bloei.
Kronos eet zijn eigen kinderen op, behalve Zeus.
De god Zeus onttroond echter Kronos en de Titanen worden opgesloten in de diepte van Tartarus (de onderwereld).
Kronos niet te verwarren met Chronos, die afstamt van de oergod Chaos?
Chaos wordt voorgesteld als een bodemloos gat waar alles eindeloos valt; niet naar beneden, want er is geen enkele oriëntatie mogelijk, maar alle kanten op. Chaos bevat de vier elementen. Statische(?) wanorde.
Chaos is het Tohuwabohu.
Het in gang zetten van de beweging van de sterren, de maan en de zon, het onstaan van tijd is hetzelfde moment als het in werking treden van de andere natuurwetten. De Illud Tempus.
Is het de overgang in tijd van Chaos naar de Titanen? Of als de ongetemde natuurkrachten, de Titanen heersen, die door Zeus verslagen moeten worden, vergelijkbaar aan de ongeordende materie der elementen die door wetten onderworpen wordt.
De creatie kent blijkbaar verschillende van die grensmomenten, van transformatie van de materie in haar scheppingsgeschiedenis.
Het moment van de castratie door Kronos. Tijd van de heerschappij door Titanen, oerkrachten, de elementen. Onderscheidbare identiteiten, maar wanordelijk, semi-chaotisch.
En het moment van de opsluiting van de Titanen door Zeus, waardoor de natuurwetten in werking treden.
Het Tohuwabohu, de oer-chaos heeft vóór elke vorm van ordening plaats gevonden. Het is de oergod Chaos.
“… the anguish inscribed in everyone of the “tohu-bohu’ of a deserted and empty universe under the spirit of God but from which the spirit of man is absent…”
( Primo Levi, The drowned and the saved.)
Tohuwabohu, hebreeuws. „woest en leeg”, oerchaos.
„Bereshith bara elohim et hashamajim v’et ha’arez, v’ha’arez hajtah tohu vavohu …“ (Genesis 1,2).
Een verlaten en ledig universum.
The tohu-bohu. Zonder vorm en leeg.
Chaotisch en in de war.
De geest van de mens is afwezig, het ontbreekt aan het humane en de menselijke maat. De getuigenis van Primo Levi wil wellicht mede het vervolg van die Bijbelse zin aan de orde stellen.
“…and darkness was upon the face of the deep”, oftewel “…vechoshech al pney tehom”.
Het is raar Hebreeuwse met Grieks-christelijke begrippen enzovoort. Nou én?
Allart Lakke, april/mei 2011