Het vuil en de schoonheid

Iets over schoonheid, beperkt tot het Westerse, klassieke ideaal. Er is de voortdurende bewustwording van lichamelijke verhoudingen en het hardnekkige geloof in zuiverheid i.v.m. symmetrie, ‘evenwichtige en natuurlijke’ vormen en het concept gezond. Het is een complete vergissing. Schoonheid als ideaal bevind zich aan de oppervlakte in de fenomenologie of het uiterlijk van het lichaam, het vuil zit daar mogelijk onder. Juist door de uiterlijke, retinale verschijningsvorm te celebreren ontstaat de illusie van puurheid, en het streven naar uiterlijke perfectie. Schoonheid is een afspraak, een sociale conventie, vrijwel continu bevestigt in het openbare leven. Het is geenszins een absolute. Het misverstand ontstaat uit de interpretatie van schoon als zuiver en puur, onbesmet. Of zelfs gezond, jong en vitaal. De perfectie. En dus flinterdun en een beperkt concept.
En dat allemaal gesitueerd binnen een cultureel isolement. Andere culturen zullen immers volkomen andere voorwaarden aan schoonheid stellen, desondanks eveneens een ideaal vanuit vooroordelen ontwikkelen.
Ja, vooroordelen en een misverstand, want iemand die ‘mooi’ is kan evengoed als een ander kwaadaardig zijn, vals, gemeen, laag, maar ook ongezond zijn, ziek, zwak, misselijk enzovoorts zijn. Vrouwen beweren vooral de innerlijke schoonheid te beoordelen en zullen mogelijk minder belang hechten aan uiterlijke schoonheid. Er is beslist een verschil in schoonheidsbeleving tussen man en vrouw, met o.m. een biologische achtergrond.
Maar het is voor de mens lastig door de lichamelijke schoonheid, het masker van de klassieke perfectie, heen te kijken. Het voelt als een noodzakelijkheid het daaruit voortvloeiende sociale verband te bestendigen. Schoonheid is een algemene consensus, een breed gedragen dominante maatstaf. Er lijkt een bepaalde vorm van onderdanigheid naar de ‘meerdere’ in dit opzicht te zijn. Zo lijkt de relatie lelijk/schoon in een soort van onderwerping aan een illusie te verkeren. Lelijk is in die relatie het tegenovergestelde van schoon en dus besmettelijk, vuil en ongezond. Of zelfs de belichaming van het kwaad. In de sprookjes uit onze jeugd wordt het kwaad het niet mogelijk geacht langdurig in een schone vorm te kunnen verblijven. Lelijk en kwaad zijn dus aan elkaar verbonden. Met andere woorden, schoonheid is puur en niet door het kwaad te bezoedelen. Sneeuwwitje rust ongeschonden in het glazen kistje. Puur is eerlijk en ‘incorruptible’.
In ons gedrag wordt schoonheid in het algemeen positief gediscrimineerd. Aangezien onder ‘mooie’ mensen ook intelligente exemplaren zijn, zullen deze een aanzienlijk voordeel hebben in de ratrace. Populariteit. Echt gevaarlijk in dit opzicht zijn intelligente, ‘mooie’ vrouwen, die kwaadwillend zijn, maar dat geldt bijna idem voor mannen, waar vooral ook humor een belangrijk positionerend element blijkt. Manipulatie is mede mogelijk door verdere uitvergroting in de media. Een klasse van onbestaande uiterlijke perfectie, Hollywood mensen, acteurs, die gemakkelijk tekst onthouden. Rollen. Types. En dus ook karakterrollen.

Een karakterrol in een scene uit The Untouchables, Al Capone door Robert de Niro vertolkt. Het speelt in een feestelijke setting en de inleiding geeft een totaal andere verwachting.
De man spreekt met autoriteit. ‘He is expected to have enthusiasm.’ Hij herhaald dat laatste woord nog twee keer. Dan stelt Capone op die avondlijke bijeenkomst van zijn maffia-organisatie de vraag ‘What are mine?’ en dan ‘What is thy, that gives me joy?’, drank, vrouwen wordt geopperd, maar niemand raadt het. ‘Baseball!’ zegt Al Capone, een baseballknuppel tevoorschijn toverend en hij loopt verder orerend achterlangs het applaudiserende gezelschap. De mannen in smoking, een enkele met sigaar, zijn gezeten aan een grote, ronde tafel. Al Capone zwaait met de baseballknuppel. ‘A man. A man stands alone at the plate. This is the time for what?’ Hij wacht en spreekt dan zelfverzekerd, ‘The time for individual achievement. There he stands alone.’ Maar dan vervolgt hij ‘But in the field, what?’ Korte pauze ‘Part of a team!’ een wijsvinger onderstreept de staccato uitgesproken woorden.
‘Teamwork. Teamwork.’ herhalen de boeven bevestigend onder elkaar.
‘I’m going out there for myself, but … I get nowhere unless the team wins.’ ‘The team, the team!’ be-amen de maffiosi nogmaals in koor. Waarop Capone vervolgens iemand vanachter onverhoeds met de knuppel bruut de hersens inslaat. Tot ontsteltenis van de overige heren en de toeschouwer. Vier slagen. Al Capone kijkt venijnig en agressief in het rond. Piano en uitzoom van bovenop het leeg bloedende slachtoffer.
Een vreemde vorm van teambuilding.
Een bepaald type, het misdadige type.
A pricefight? ‘Wait till the fight is over. One guy is left standing and that’s how you know who won!’ redeneert Al Capone.

Hoe vergaat het de types of karakters in de vergelijking met de maatstaf, het klassieke ideaal, of verbeelden zij vormen van het ideaal? De ultieme schoonheid valt samen met het bovenmenselijke karakter. We vergelijken met die klassieke maatstaf, vanuit onze interesse naar elkaars karakter. Karakter gedefinieerd als de combinatie van vaste innerlijke eigenschappen (karaktertrekken) van een persoon. Onze nieuwsgierigheid naar de ander, het individu achter het masker. Een andere methode om relaties inhoudelijk te beoordelen. Tegelijk wordt karakter ook afgelezen aan gelaatsuitdrukkingen naast gedragingen. Voor mij een waarlijk onontgonnen terrein. In hoeverre die lichamelijkheid invloed heeft op onze beoordeling van een ander is ongetwijfeld uitgebreid bestudeerd, gemeengoed. Ik heb hier helaas geen verstand van, maar ik heb verscheidene malen het belang van de ‘eerste indruk’ bij een kennismaking als theorie moeten aanhoren. Men beoogde dan mij aan te leren om deze eerste indruk positief te beïnvloeden, te manipuleren a.h.w. Maar ik geloof dat het mogelijk is deze eerste indruk in latere contacten aan te passen en zelfs te wijzigen. Het belang ervan wordt mijns inziens overschat. Mensen, die aan een intuïtieve, eerste indruk vasthouden zijn niet bijster intelligent. Ik mijd deze, zoals ik ook het misdadige type mijd.
En schoonheid wantrouw.
Ik bewonder de figuur Docters Van Leeuwen, ooit onze BVD-chef, want met zo’n kop moet je wel slim zijn. De schoonheid van een brein.

Gedrag dat werkt, dat beloond wordt met resultaat, herhaalt zich. Het wordt een formule van succes.
Een man loopt over straat en vraagt aan hem onbekende vrouwen, beleefd en niet te luid ‘Neuken?’ Ongetwijfeld zullen bijna alle vrouwen de man afwijzen, soms verbaasd of verontwaardigt, soms boos en soms zal er één de man een ferme klets verkopen. Maar ook zal er statistisch één vrouw zijn op de zoveel, die op de vraag toezegt. Het gedrag wordt beloond en herhaalt zich.

Als iets schoon is trekt het vuil aan.

Allart Lakke, februari 2010.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *