Haarstukje, toupet of pruik in showbizz.
Ik bedoel Patricia Paay en Gerard Joling.
“Brr.”
Soms zie je het, gekleurd haar dat niet bij de ouderdom van het gezicht hoort, een soort te jeugdig haar, zo weelderig dat het niet past bij het gelaat. Of simpelweg teveel haar om geloofwaardig te zijn zoals bij Andy Warhol.
“Die draagt een pruik. Da’s algemeen bekend. Nou en?”
Elton John.
“Idem. Geen probleem”
Steven Tyler.
“Huh?”
Van Aerosmith, de vader van Liv Tyler.
Of Ron Wood van de Stones.
“Tja.”
Tina Turner.
“Ja. Okay. Nou, en?”
Michael Jackson.
“Oei!”
Prince.
“Ja, nee. Het lijkt toch echt…”
Mick Jagger.
“Nee. Nee toch?”
David Bowie.
“Nee, toch? Een haarstukje?”
Alice Cooper.
“Hm.”
James Brown.
“Niet!”
Phil Spector.
“Wie zeg je?”
Phil Spector. De geniale producer met het perfecte gehoor, uitvinder van de Wall of Sound. Okay, Iggy Pop en Donatella Versace dan?
“Nee en ja.”
Slash, gitarist van Gun’s and Roses.
“Mogelijk.”
Paul Mccartney?
“Nee, nou is het mooi geweest met die achterklap en roddels.”
Eén nog. Klaus Kinsky?
“Ja, als acteur draagt die pruiken dus.”
En Robert Redford?
“Een pruik? Nee toch? Het is die kleuring.”
Dustin Hoffman?
“Nee dus en ook zeker niet Gerard Depardieu, Brad Pitt of Jack Nicholson!”
Allart Lakke, 2011.