Vanuit de verte lijken de bergen rond en zacht.
De bosjes liggen in golven van haar over de wanden, alsof een grote kam er overheen is gehaald. Het is van de wind, die altijd dezelfde kant uit waait. De elementen die zich in elkaar uitdrukken.
Poëzie.
Het schuren van het blauwgrijze water, van zand vervuld, heeft de kilometers diepe kloof van Saklikent in Turkije tot een wonderschoon natuurfenomeen gemaakt. De steile wanden zijn van glad golvend, wit marmer. Het snelstromende water is koud en het geluid aangenaam, een eindeloos gorchelen. Tot op grote hoogte zijn de kloof wanden glad afgesleten aan weerszijden.
De verstreken tijd is zichtbaar en daardoor voelbaar.
Mensen laten hun handafdrukken na, liefdesverklaringen en harten, om die eeuwigheid te benadrukken.
Herinnering of geheugen is duidelijk zichtbaar in het geval van klei, waardoor een pootafdruk van een mammoet uit het Pleistoceen bewaard kon blijven. De afdruk is een moment gefixeerd in de materie. Inwendig.
Zo is het zand in de woestijn opgehoopt in heuvels als het geheugen van de windvlagen en het golven van de zee herinnering aan de elementen.
Aangezien het werkelijk sporen zijn van beweging, van invloed op de samenstelling van het water, het zand of de klei is het een geheugen te noemen. Het geheugen van de zee is weliswaar on-ontrafelbaar, het is onmiskenbaar. Elke golf kent een verleden, een heden en een smartelijk einde op het strand.
Men zou verwachten dat de sleet van de golven de steen van de kust zou afronden, maar het tegendeel blijkt hier waar, de rotspartij is korzelig en scherp, opengespleten als een korst op een wond.
Allart Lakke, 2010.