Het insect heeft een uitwendig skelet.
Bij Carlos Castaneda in ‘De Lessen van Don Juan’, meen ik, wordt verhaald hoe een sprinkhaan op de schouder wordt vastgeprikt, door het skelet heen, zonder dat het insect sterft. De sprinkhaan wordt zodoende de ogen van de geblinddoekte mens, die mescaline heeft gebruikt en daardoor de aanwijzingen van de sprinkhaan begrijpt en volgt.
Die sprinkhaan is het geweten bij Pinocchio.
In de Hopi-mythologie is een belangwekkende heldenrol weggelegd voor de sprinkhaan bij het binnentreden van de vierde wereld. Een ladder stijgt omhoog naar de vierde wereld. Alle dieren falen bij de test opgelegd door de zwanen op het wateroppervlak bovenaan de ladder. Een ‘locust’ overtuigd die zwanen, drijvend op het meer, door een gehele stok in te slikken en weer tevoorschijn te halen. Of door een spies doorheen zijn lichaam te steken en er weer uit te trekken.
De Hopi’s en alle dieren bestijgen de trap naar de vierde wereld.
De Hopi’s zijn onder meer bekend door de poppen, de kachina/katchina’s, Kokopilau of Kokopelli is als kachina de Koyemshi clown, die masturberend is uitgebeeld, met een kromme rug en zichtbaar geslacht.
De locust of de gebochelde fluitspeler Kokopilau is de eerste figuur, die verschijnt bij het aanbreken van de lente tijdens de noodzakelijke rituelen. Het is dan de Koyemshi-clown, een vorm van ‘mudhead’. Deze incarnatie van Kokopilau is beschreven als een tricksterachtige figuur, die met een miniatuur boog kleine, ongevaarlijke pijltjes afschiet op de kinderen, als een soort zwarte piet in Noord-Amerika. De Hopi vruchtbaarheidsgod is diep in het binnenste van hun pantheon actief. Over Kokopilau schreef ik ‘Die rare Kokopilau’ en de eerste introductie in ‘De handicap van Kokopilau.’
Sprinkhanen kunnen een plaag vormen. Een bijbelse plaag zelfs.
Primitief geloof? Kokopilau wordt in rots graveringen o.a. voorgesteld als een sprinkhaan. Een violist, een fluitspeler, vanwege het tsjirpen. De vrijgezel en diens verleiding met fluitspel.
En met ‘antenna’. Voelsprieten, die op een boven zintuiglijke waarneming wijzen. Voorgevoel. Met een voorspellend karakter. En in die laatste opvatting dus gebruikt bij Casteneda.
Allart Lakke, 2010.