De Mentaliteit van Carrierejager

Opvallend is het gedrag in de bunker, tijdens de laatste dagen van de heerschappij van de Duitse dictator. Diegenen, die gedurende de dictatuur tomeloos, meedogenloos en hardvochtig zichzelf in de gunst werkten bleven tot het laatst toe dit gedrag vertonen. De intriges om de macht woekerden genadeloos voort en dat terwijl die macht vrijwel verdampt was en Duitsland compleet in puin lag.
Het doet denken aan een cartoon waarin een gebouw ineenstort maar de figuren de trap op snellen voor de ineenstorting uit. En dat is het. Op het hoogste punt duurt het uitstel van executie immers het langst.
Menselijk, al te menselijk. Klaarblijkelijk is het nut van die laatste momenten eerder een zinloze herhaling van het voorgaande, dan het overdenken van het verleden om tot berusting en aanvaarding van het noodlot te komen. Een mens verlaat diens ingeslagen weg zelden.
Eveneens opvallend is de vertraging  in de psychische acceptatie. Een noodlottige verandering van de situatie vind plaats en pas nadat die ingetreden is ondergaat men de heftige emoties die daarbij horen. Die ervaring wordt beschreven bij zowel de bunker bewoners na de capitulatie als bij concentratiekamp slachtoffers na hun bevrijding.

Nee, men verlaat de ingeslagen weg niet eerder dan voorbij de catastrofe. Denk aan de SS divisie Charlemagne, die zich met vurig fanatisme de dood tegemoet vochten in het Berlijn van mei 1945.

Hieronder een ontwerptekening van kledij van een sextet kompels van het Officium Censorum, een verwarrend bedoeld uniform.


Wat mij bevalt aan het schrijven over nazi-Duitsland is de mogelijkheid een ‘verboden’ afbeelding te gebruiken. Er zit een ongewone tegenstrijdigheid in het beeldmateriaal van het 20e eeuwse fascisme. Die soldaten in gelid, het is aantrekkelijk, door de orde en overzichtelijkheid én het is fout, want het zijn destijds door de censuur goedgekeurde, nationaal-socialistische beelden, dus ideologisch, vervuilde beelden. Het opgeroepene moet daarom gecompenseerd worden. Gerelativeerd.
Anderszins is het noodzakelijk datgene wat in eerste instantie op iets anders lijkt nader te beschouwen alvorens te oordelen.

Tijdens het werk aan het Officium Censorum heb ik in het ontwerp van de uniformen voor de kompelarij een aantal absurditeiten ontwikkeld met de bedoeling een persiflage op het uniform te creëren. De zwarte overall had ongelijke, korte broekspijpen. De kompel droeg een groene maillot met fluo-gele, opgerolde sokken boven ongelijke laarzen. En de kompel droeg een rechter handschoen waarbij de middelvinger onbedekt bleef, de linker handschoen was gedrapeerd over de riem. De linker mouw van de overal was afwezig, waardoor het oranje shirt zichtbaar werd dat de arm bedekte. Op de linkerborst was een grote identiteitskaart bevestigd, met vreemdsoortige informatie betreffende de kompel. Ondanks die vermeende koddigheid bleef het een uniform. Is het mogelijk clownerie los te laten in de omgeving van het KZ of de SS?
En wie mag dat dan wel en waarom?

 

Het is niet mogelijk met het afbeelden van iets fouts, iets goeds te veroorzaken? Neen, inderdaad de foto van in gelid opgestelde SS kan nooit dienen om de gruwel van het concentratiekamp (KZ) te illustreren. De vergelijking gaat immers mank. Die beide bestaan wijzen zijn weliswaar onlosmakelijk aan elkaar verbonden, maar liggen lijnrecht tegenover elkaar. En alhoewel beide de opgeheven individualiteit belichamen, een bepaalde vorm van onderdrukking of onderwerping, zijn die onvergelijkbaar in oorsprong en intentie. Tot daar dus iets van een overeenkomst, want het is in essentie de mens in de positie van de vrije keuze tegenover de afgedwongen lotsbeschikking. Beul en slachtoffer. SS-er moest je uit overtuiging worden, slachtoffer was men ondanks zichzelf.
De SS-er wilde de zuivere en uniforme vertegenwoordiger van een puur ras zijn, der Ubermensch, de KZ gevangene beleefde de degradatie tot morele chaos en de verwording tot slaaf, der Untermensch. Ook hun lichamelijkheid, hun uiterlijk verschilt hemelsbreed. Het is het beeld van de onoverwinnelijke, breedgeschouderde, gelaarsde SS-er tegenover de gebogen Muselman met klompen, ten dode opgeschreven.
Dus een dergelijke propaganda foto verbeeldt een overtuiging, die concentratiekampen en de Shoah tot gevolg heeft, maar het tegenovergestelde toont. Ondanks die kennis is het beeld onverstoorbaar aantrekkelijk én fout. Het voedt een volkomen misbruikt verlangen naar orde en zuiverheid.

De bovenstaande foto toont een ontspannen sextet kompels, alsmede beide Rentmeesters van het Officium Censorum, ten tijde van de operatie ‘Wonderen om Niet’, uit 1997 in de Hooglandse kerk te Leiden.
Een beetje fout. Kan dat? Ik schreef eerder omtrent deze overweging met die titel.
Het O.C. had overigens niet ten doel censuur te bedrijven als wel de censuur in beelden en daden op te roepen en daardoor vervolgens deze over zichzelf af te roepen. Doel was de censuur zichtbaar te maken. Uiteindelijk is dat vreemdsoortig gelukt, ondanks en dankzij dat haar geschiedenis niet publiekelijk is geworden.

Het Leger des Heils, prachtige woorden.

Allart Lakke, 12 oktober 2009.