Die Rare Kokopilau

Er heerst cynisme, het verval van waarde uit ongeloof. Cynisme is een makkelijke houding, het is de ‘indifference’ van Marcel Duchamp. ‘Untouchable’. En als positie vrijwel onhoudbaar. Het lijkt het tegenovergestelde van kwetsbaar of gekwetst, ‘Zeige diene Wunde’. De misvorming tonen.
Een tekst over een handicap schrijven. Is Kokopilau niet een fluit spelende bultenaar? Die bult levert het zaad waarmee de aarde bevrucht wordt. Er is dus hoop vervat in het mankement. Tegelijk is het fluit spelen ook masturbatief en het zaaien dus letterlijk op te vatten.

Is de gave van creativiteit ontstaan uit compensatie voor een lichamelijk gebrek? Och, mogelijk, een bochelaar die van ellende is gaan fluit spelen, een soort van ‘clowning’ dus. De reden van het creatief gedrag is dan de compensatie van sociale onkunde/onaangepastheid vanwege een lichamelijke of/en geestelijke gebrekkigheid. Die ‘clowning’ activiteit spiegelt de werkelijkheid, maar dan absurd vervormd. Dergelijke absurditeit kan stuitend zijn, zoals in het eten van het eigen excrement bij de Koyemshi-clown bij de Hopi rituelen, waar ook de figuur van Kokopilau, een vrijgezel, veelvuldig in voorkomt. Die scatologie is door verbijsterde antropologen geobserveerd, het cyclische van het ritueel gedrag en de natuur verbeeldend. Is het creatief? De Hopi’s moesten er heel hard om lachen! Die gekke Koyemshi- clowns, die rare Kokopilau.

In een eerder stadium van sociale interactie wordt de mismaakte gepest en gemeden, uitgebannen. Door zichzelf stupide voor te doen mag de gebrekkige bestaan, mits hij zijn mismaakte gedaante uitvergroot en persifleert. De vondst om dat gedrag te vertonen is mogelijk voortgekomen uit een overleving mechanisme, maar beslist vervolgens creatief uitgewerkt door het eerdere slachtoffer. Omdat hij gek is doet hij gek, hij eet zijn eigen drol op. En dat is lollig.

En een schilder schildert voedsel als hij hongerig is.
Allart Lakke, 13 augustus 2009.