Het protest. Wikipedia:
A protest is an expression of objection, by words or by actions, to particular events, policies or situations. Protests can take many different forms, from individual statements to mass demonstrations.
Voor de Documenta 5 in 1972 ontstond Joseph Beuys’ werk ‘Dürer, ich führe persönlich Baader + Meinhof durch die Documenta V’. Twee sloffen met daarin geplaatst twee gele demonstratie borden met dezelfde tekst als de titel.
Ik zag het werk ooit in de Neue National Gallerie in Berlijn. Troosteloos en lelijk, echt irritant. De inhoud is een pamflet. Het is een besluit en een belofte. Maar waarom is de tekst aan Dürer gericht? Dürer is dood. Beuys ook. In juni 1972 werden Baader en Meinhof gearresteerd.
Het debat destijds was het werk, het spreken de plastiek. Ongetwijfeld heeft Beuys een verklaring gegeven voor de keuze van Dürer als de getuige die zijn gelofte aanhoort.
Vergelijk het met het werk van David Shrigley, ‘I’m Dead’ uit 2010. Image: Linda Nylind.
Cartoon. Het lijkt een vrolijke pastiche, ludiek protest. Het hondje balanceert menselijk rechtop staand met zijn staart op de grond steunend. Het effect van de onmogelijkheid is grappig, het ‘levende’ beestje demonstreert nutteloos met een statement, dat zijn lot beschrijft.
Een recente reclamecampagne toonde portretten van mensen, die klaarblijkelijk de bijgevoegde tekst inmiddels aan hun ziekte waren overleden. Een schokkende campagne om geld te genereren om de ziekte te bestrijden.
Opgezette beesten missen de voodoo van de hand van de beeldhouwer. Een taxidermist is een preparateur, iemand die dieren opzet van beroep, geen beeldhouwer.
De lading van ‘I’m dead’ is daardoor dun. Het lijk bij Shrigley is geen lijk.
Het irriteert in de komische lading, niet rechtstreeks in het fundament van de dood zelf. ‘I’m murdered’ zou een aanklacht zijn, ‘I’m dead’ is een constatering.
Het werk van Beuys lijkt meer lading te hebben. Het is een protest, waarin de dode de rol van getuige speelt.
De dood en geheimzinnige lading is in het werk van de beeldhouwer Izaak Zwartjes volop aanwezig. Is het een protest? ‘I’m murdered’ getuigt het beeld.
‘Untiteld’ uit 2008. Een afschrikwekkende figuur uit de grote installatie Exodus in de zalen van het Cobramuseum. Een duidelijk slachtoffer van geweld.
Is het een gedwongen zelfmoord? Want het haar of touw dat het hoofd meedogenloos achterover trekt is verbonden aan de armen, die op de rug zijn vastgebonden. De ontzielde man heeft zichzelf gewurgd en iemand anders heeft hem zo vastgebonden. De benen eindigen in stompjes boven de grond, de voeten zijn halverwege het onderbeen geamputeerd. Het is een wrede en anonieme executie, waarbij de dader ontbreekt en het slachtoffer ons onbekend voorkomt. Verwar de boodschapper, de beeldhouwer, niet met de boodschap, met andere woorden de maker niet met de dader. De transformatie van de materie gaat door de beeldhouwer heen.
De toeschouwer blijft besluiteloos achter peinzend over de betekenis en over de vraag waarom? Het tonen van de misdaad en het slachtoffer, een ‘crime scene’ is een vorm van bruut protest. Voor Zwartjes zijn de dood, het lijden en geweld alledaags, beziet de mens!
Is het geen verboden beeld, voorbij het taboe? Ook het irritante waarom blijft onbeantwoord.
Allart Lakke, 2012.