Ik heb het verschillende keren ervaren. Hoe groot een schip is in de haven afgemeerd en hoe nietig het bootje op volle zee blijkt als de wind opsteekt.
Ik voer in de zomer van tachtig op de driemast schoener Sepha Vollaars rond Denemarken. We, de groep loodsen van de Bestevaer, zeilden van Kopenhagen weg, buitengaats in het Kattegat zette de wind plots op, klopte hoge golven en de boeg van het vijfendertig meter lange schip begon fors water te scheppen en de romp trilde bij elke golf van de spanning op de masten. Het schip kromp toen letterlijk ineen. Ik werd naar achteren gesommeerd. Ik meen me te herinneren de zeilen te reven, maar het is in ieder geval de sensatie van grote krachten van weer en wind en zee en diens beteugeling in het voortsnellende schip.
De steen op de foto, de monolith in Baalbeck(?), is conspiristenvoer. De maat van het monsterlijke gevaarte maakt het onmogelijk zich voor te stellen dat vroegere culturen in staat zouden zijn geweest dergelijke enorme stenen te vervaardigen, laat staan verplaatsen, zonder onze actuele technologie. De kolossale steen vormt een bewijs van het bestaan van een hoog geavanceerde cultuur in het verleden. Tja.
Ontregelend.
Met een vinger in je gehoorgang peuterend is het geluid van onvoorzien formaat. De lichamelijke gewaarwording lijkt een aparte categorie in de maat der dingen. Pijn is bijvoorbeeld onbegrensd, zoals in een oorontsteking. Leed is diep en onpeilbaar. Dorst een kwelling. Evenals kou.
In de extreme vorm in ieder geval.
Ontregelend is bijvoorbeeld mijn overgevoeligheid, in gehoor, bij geluid, door het ontbreken van filters. De waarneming wordt daardoor mateloos. Strofes en slogans blijven eindeloos repeterend hangen, irriterend vlak bij mijn bewustzijn.
Herhaling is trauma gebonden? Over mijn herhalende nachtmerries, ’s nachts vernederd, overdag vernederd.
Wat is de maat der dingen tijdens een marteling? Kwetsuur. De herinnering aan een val, beschadiging. Trauma. Littekens.
Onze problematische verhouding tot tijdsbesef. Of ten aanzien van tijdsbesef van een andere orde, in onze traagheid bij het slaan van een muskiet?
Bij het binnenstebuiten keren van een kledingstuk gaan helaas voor- en achterkant niet in elkaar over. Binnenstebuiten is niet hetzelfde als achterstevoren.
De menselijke maat. Ik begrijp nu dat mijn soort identiteit niet enkel lichtelijk anders waarneemt, maar ook enigszins anders denkt en handelt. Het is een ongezochte onafhankelijkheid, namelijk voortgekomen uit een communicatieve verstoring, die beperkte helderheid verschaft. Ik ben sociaal slecht geïnformeerd en moet mede daardoor een ‘eigen’ mening ontwikkelen. De maat zijn bewust gekozen bronnen en voor zover mogelijk menselijk inzicht.
Zie ook ‘Schaal’ enz..
Allart Lakke, juli 2010.