Soldaat op Utoya

Vrijdag 22 juli 2011, 11.45 uur.
Een man van middelbare leeftijd rijdt in een gehuurde Fiat Doblò door een tolstation Oslo binnen. Hij parkeert het voertuig in de binnenstad en reist vervolgens naar een buitenwijk, naar het huis van zijn moeder, bij wie hij inwoont.

12.51 uur.
De man rond een 1516 pagina’s tellend manifest af.

14.08 uur.
Hij verstuurd het vuistdikke manifest getiteld ‘2083 Europese Onafhankelijkheidsverklaring’ naar 1003 e-mailadressen. De man kleedt zich vervolgens zorgvuldig om tot politieagent.

15:00 uur.
De man rijdt met een gehuurde Volkswagen transportbus van zijn huis naar het centrum van Oslo. Het voertuig bevat een lading van enkele honderden kilo’s explosieven. Hij parkeert de auto in de regeringswijk in de Grubbegata.

15.22 uur.
De autobom explodeert in het Regjeringskvartalet van Oslo. De bom in de Volkswagen Crafter gaat af vlakbij het kantoor van de Noorse premier. Bij de explosie vallen uiteindelijk 8 doden, 2 zwaargewonden en 15 gewonden.
Slechts 190 van de bijna 2000 rijksambtenaren die hun werkplek in de regeringswijk in Oslo hebben, zijn die middag op kantoor.

De dader, de Noor Anders Behring Breivik (Oslo, 13 februari 1979), is 32 jaar oud en 1.83 groot. Hij vertrekt in de eerder die ochtend geparkeerde Fiat Doblò, richting Utoya op vijfenveertig kilometer van Oslo. Hij is bewapend met een Glock-17 (een 9mm pistool) en een Ruger Mini 14 (een semi-automatisch wapen) en veel extra munitie.

15:26 uur.
De politie ontvangt de eerste melding van de bomexplosie.

15.32 uur. Het Noorse nieuws agentschap NTB rapporteert over een grote explosie in Oslo. Grote schade aan gebouwen is ontstaan en het gerucht dat de premier mogelijk gewond zou zijn gonst rond.
Nieuws en chaos, alles volgens plan. Anders Behring Breivik is onderweg naar het eilandje Utøya, oostelijk gelegen in het meer de Tyrifjord. Utoya is een perfecte plaats voor zomerkampen, bosrijk en met kleine strandjes en speciaal ingerichte, open kampeergronden en voorzieningen.

Breivik wordt opgehouden door een file in het verkeer terwijl hij vanuit Oslo naar het veerpontje van Utoya rijdt, sneller rijden zou verdacht zijn.

15.35 uur
Op het eiland Utoya in het jaarlijkse zomerkamp voor de jeugdafdeling van de Noorse Arbeiderspartij, verspreidt zich het nieuws over de bomaanslag in Oslo.

15:58 uur.
Het nieuws wordt bevestigd dat de premier Jens Stoltenberg zich niet onder de slachtoffers bevind en geen verwondingen heeft opgelopen.

16.30 uur.
De ernst van de aanslag in Oslo is de jongeren op Utoya duidelijk, en de circa 600, het meest tieners, aanwezigen komen bezorgd samen o.m. nabij en in het Hovedhuset (hoofdgebouw), op zoek naar steun en informatie.
“We waren blij dat we veilig op een eiland zaten”, zegt Prableen Kaur.

16.40 uur.
Anders Breivik parkeert de huurauto.

Rond 16.57 arriveert agent Breivik bij het pontje naar het bosrijke eilandje, 10.6 hectare groot. Hij zegt het personeel op een routine inspectie te zijn naar aanleiding van de aanslag in Oslo.
De overtocht duurt iets van vijf minuten. Monica Bosei, 45, wiens bijnaam ‘Moeder Utoya’ luidt, omdat zij gedurende twintig jaar werkt in het zomerkamp, neemt dezelfde boot als Breivik. In de veronderstelling dat hij van de politie is benadert zij hem om te spreken over het nieuws van de bomaanslag in Oslo, maar zijn ontwijkende gedrag verontrust haar. Zodra de boot is afgemeerd, spoedt Bosei zich naar de bewaker Trond Berntsen om hem te alarmeren, Breivik realiseert zich dat hij is doorzien en volgt haar.

Nabij de pier staan een aantal gebouwen, het Hovedhuset (hoofdgebouw), het Stabburet (voorraadschuur op palen) en de Låven (schuur). Op de hellingen van de heuvels (LO-toppen) bevinden zich de belangrijkste kampeerterreinen, het kantinegebouw en het toiletblok. Verder naar het zuiden staat de Skolestua (schoolgebouw). Breivik kent de situatie uit het hoofd en arriveert bij het hoofdgebouw. Monica Bosei, Moeder Utoya, is daar zijn eerste slachtoffer. Agent buitendienst Trond Bernsten, probeert ongewapend Breivik aan te vallen, waarop deze hem doodschiet.

Iets na 17.05 uur, anderhalf uur na de bomaanslag in de hoofdstad Oslo, begint de massamoord op het eilandje Utoya, waar op dat moment zo’n vijf- tot zeshonderd jongeren kamperen.

Tuva Elise Akersveen “We horen schieten en rennen naar het raam, buiten roept een man in politieuniform naar ons, ga weg van de ramen, ga naar de hal!’

Anders Breivik in zijn smetteloze politieuniform en met oordopjes in moedigt de jongeren aan naar het hoofdgebouw te komen. Hij zegt iedereen bij elkaar te willen hebben en hier te zijn om hun veiligheid te garanderen.

Hana Barzingi getuigt ‘Ik zie een politieman met oordoppen in. Hij zegt dat hij iedereen bij elkaar wil hebben. Daarna rent hij naar voren en begint te schieten. Hij schiet op iedereen. Zonder na te denken, lijkt het. Ik geloof niet dat dit echt gebeurd.’

Paniek breekt uit en ongeloof. De agent roept nu dat hij iedereen zal doden en dat ze allemaal moeten sterven, hij begint opnieuw gericht te schieten.

17.10 uur.
In het kantinegebouw verderop in het kamp horen Jorgen Benone en zijn vrienden van de paniek bij het meer.
“Dan beginnen we te beseffen dat er echt mensen worden neergeschoten. Paniek breekt uit en iedereen begint weg te lopen.”

Prableen Kaur is aan het  chatten over Oslo met vrienden als ze de eerste schoten hoort. “iedereen sms’te om me heen, ik sms’te mijn ouders om te zeggen dat ik van ze hield. Ik kan de angst niet beschrijven.”

Niclas Tokerud zend een sms-je naar zijn familie. “Er wordt geschoten. Ik ben bang… Maar ik schuil en ben veilig. Ik houd van jullie.”

Sommige jongeren proberen de hulpdienst 112 te alarmeren, maar die willen de lijnen openhouden voor mensen die bellen in verband met de bomaanslag in Oslo.

Mats Moen Kristiansen staat te douchen als hij de eerste schoten hoort. Samen met enkele anderen verbergt hij zich twee uur lang in de douches opgesloten.

17:15 uur.
Ooggetuigen zien dat de schutter de groep tenten nadert in het centrum van het kamp. Sommige jongeren hopen gespaard te blijven door in tenten te vluchten. Breivik loopt systematisch de tenten af, en schiet hen een voor een neer.

De dader schiet met het pistool, de Glock-17, maar voornamelijk met het geweer, de Ruger Mini 14, geladen met speciale fragmentatie-munitie, dum dum kogels. Hij vuurt doelbewust en gericht op de weerloze menigte, die dan in groepjes of alleen vluchten en zich tevergeefs proberen te verbergen op het eilandje. Sommigen springen in het ijzige water en zwemmen weg terwijl anderen door hem gelokt worden met geruststellende woorden in combinatie met het verraderlijk betrouwbare uniform.
Hij schiet kalm richtend op de zwemmers. Met het geweer kan een ge­oefend schutter zoals Breivik, enkele schoten per seconde afvuren, het pistool gebruikt hij om slachtoffers van zeer nabij dood te schieten.

Prableen Kaur zoekt beschutting achter een lage stenen muur en telefoneert haar moeder en zendt een sms naar haar vader. “Ik bid, bid, bid. Ik hoop dat God me ziet.”

17:27 uur.
De lokale politie van het district Buskerud krijgt melding van de schietpartij, drie minuten later is de politie in Oslo geînformeerd.

Breivik luistert op zijn iPod naar het trancenummer Lux Aeterna van de Britse Clint Mansell, (Requim for a Dream). Het moorden geschiedt onregelmatig en in bursts van soms heel veel slachtoffers. Als enige bewapend kan Breivik lange tijd ongestoord schieten, herhaaldelijk jongeren lokkend in de sluwe vermomming en opererend in het voordelige isolement van de insluiting van de slachtoffers op een klein eiland, op de kortste afstand  zeshonderd meter door ijskoud water zwemmen van de vaste wal.
Breivik heeft de operatie compleet en militair van tevoren uitgedacht, hij heeft geoefend en voert de slachting nu uit als een soldaat in een missie. Volgens getuigen, ‘Ongenaakbaar, koud en meedogenloos’.

Het koppel Hage Dalen en Toril Hansen zijn op verlof met hun eigen boot in de buurt van Utoya. De beide vrouwen horen schieten en de jongeren die schreeuwen, ze zien hoe die in paniek naar het meer rennen. Ze varen naar het eiland, pikken mensen uit het water op en brengen hen naar het vasteland. ‘We zijn vier keer heen en weer gevaren en hebben zo ongeveer veertig mensen gered’.

17.30 uur.
De schutter jaagt op de vluchtende kampeerders, die zich in veiligheid proberen te brengen via het water, de enige vluchtroute die er is of zich vergeefs verstoppen achter de rotsen aan de kust.
Breivik roept: “Het is veilig. Je bent gered. Ik ben een agent!’ De man schiet op jongeren die uit hun schuilplaats opduiken. Ofwel springen de jongeren in het ijzige water ofwel komen ze in het vizier van Breivik.
Een getuige ziet hoe Breivik de gewonden tegen het hoofd schopt om te kijken of ze nog leven om ze alsnog dood te schieten.
Een ander hoort hem zeggen ‘Dit is maar het begin’.

17:38 uur.
De Beredskapstroppen, het arrestatieteam Delta Force vertrekt per auto uit Oslo naar Utoya, een afstand van vijfenveertig kilometer. Rijden zou sneller gaan dan met een helikopter, aangezien de heli nog niet vliegklaar was.

17:42 uur.
Julie Bremnes sms’t haar moeder: “Mama, zeg de politie snel te zijn. Mensen sterven hier!’
Moeder; ‘Ik werk eraan, Julie. De politie is onderweg. Durf je mij te bellen?’
Julie sms’t: ‘Nee.’

17:45 uur.
Aan de overkant hoort campingbeheerder Brede Johbraaten het geluid van schoten. Maar hij beseft pas wat er geschied als de eerste zwemmers de oever bereiken. Die jongelui zijn niet gewond en zijn meteen het water ingesprongen. Ze getuigen dat velen aan het sterven zijn in het water, sommigen doodbloedend van schotwonden, anderen verdrinken. Johbraaten en enkele anderen verzamelen enkele bootjes en beginnen zwemmers en lichamen uit het water te vissen.

17.52 uur.
De lokale politie arriveert aan de oever, maar heeft geen beschikking over een vaartuig.

17:57 uur
Premier Jens Stoltenberg verschijnt live op de televisie en waarschuwt voor een ‘serieuze situatie’.

17.59 uur.
Breivik belt met de politie van Noord-Buskerud (Noorse provincie), hij gebruikt een gevonden telefoon.
Politie: ‘U spreekt met de politie.’
Breivik: ‘Ja, hallo. Mijn naam is gezagvoerder Anders Behring Breivik van de Noorse anti-communistische verzetsbeweging.’
P: ‘Ja.’
B: ‘Ik ben nu op Utøya. Ik wil me aangeven.’
P: ‘Okee, met welk nummer belt u?’
B: ‘Ik bel met een mobiel nummer.’
P: ‘U belt met uw mobiel?’
B: ‘Ja. Het is niet mijn telefoon, een andere.’
P: ‘Moment, wat was u aan het doen? Hallo? Hallo.’

18:00 uur.
Ooggetuigen schuilend achter de rotsen en soms in de bomen van Utoya zijn er inmiddels van overtuigt dat het een politieagent is die hun aanvalt.
Machteloos zien ze toe hoe vier jongeren naar de nepagent rennen voor hulp, de schutter schiet ze een voor een door het hoofd.

Eyvind Brox denkt dat het met hem gedaan is. De man heeft al vier anderen voor zijn ogen neergeschoten en komt naar hem toe. Breivik maakt een beweging met zijn geweer, ineens moet hij herladen ‘… en dat is voor mij het moment om in het water te springen en weg te zwemmen. Hij komt aan de waterkant staan en begint te schieten. Ik hoor de kogels in het water’.

18:09 uur.
Het Delta Force team arriveert bij het meer de Tyrifjord, maar moet wachten op een boot. De boot die uiteindelijk beschikbaar is blijkt te klein voor al het personeel en hun apparatuur, en zinkt bijna tijdens de oversteek.
Het team steekt uiteindelijk over in twee open, privaat beheerde consoleboten.

18.10 uur.
Een helikopter van het televisiekanaal NRK cirkelt boven het eilandje. Cameraman Marius Arnesen filmt het ogenschijnlijk verlaten tentenkamp op het eilandje. Arnesen zoomt met zijn camera in op een deel van het eiland waar mensen het water in vluchtten. Op de beelden is een man in donkere kleding te zien, de ‘killer on the loose’ staande bij een smekende jongeling omringd door doden en gewonden. Breivik is al een uur lang aan het moorden.

18.25 uur.
De anti-terreureenheid, Beredskapstroppen, onder leiding van Anders Snortheimsmoen komt 47 minuten na de roep om assistentie van de politie op het eiland aan.

18.27 uur.
De Delta Force eenheid arresteert de massamoordenaar, die zich ogenblikkelijk overgeeft door de wapens te laten vallen, de handen in de lucht te steken en de bevelen op te volgen.
‘Ik ben klaar nu’, meent Breivik als eerste te moeten zeggen.

Op Utoya vielen 69 dodelijke slachtoffers en 97 anderen, eveneens voornamelijk jongeren raakten gewond.

Allart Lakke, juli 2011.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *