’t Laatste Oordeel

Ik heb in eind vorige eeuw werk ontwikkeld rond censuur. Daartoe ontstonden fictieve personages die in de dagelijkse realiteit handelingen als in een operatie uitvoerden. Die operaties hadden tot doel ‘sprekende’ beelden op te leveren. De censuur in het drieluik ligt rechtstreeks in de mogelijkheid tot sluiten besloten.
Op de foto uit 1996 de beide Rentmeesters Dramm Chaupelc en Wodan H. Lyra van het Officium Censorum en Moker Momo, een kompel van het O.C. bij het drieluik ‘Het Laatste Oordeel’ van Lukas van Leyden, tijdens de operatie ‘Oordelen (ver-, be-, bevoor- en voor-)’ De Lakenhal, Leiden.

Het éénnalaatste Oordeel.
In de jaren tachtig reed ik in functie van een show met een vriendelijke Jehova getuige vanuit België naar Settignano, Italië. Ik sprak de jongeman dus uitgebreid Hij vertelde het inmiddels algemeen bekend vooroordeel van de Jehova’s, maar destijds voor mij een complexe, maar ingenieuze bewering. Hij beweerde dat fossielen als beproeving voor ons geloof in de schepper door diezelfde schepper in de aarde ingebed waren. Hij geloofde verder oprecht het eeuwige leven te zullen ontvangen en dat ik dus al die verdere tijd, de eeuwigheid lang, dood zou zijn. Ik vroeg hem verbaasd of dat niet een onverdraaglijke gedachte was, hooghartig en wreed. Nee dus, ik moest mij maar bekeren of ik zou nooit meer opstaan. Ik geloof achteraf enige verwarring bij hem te detecteren, het vooruitzicht is immers niet geheel aantrekkelijk, al je niet Jehova-vrienden, familie en kennissen zijn morsdood voor eeuwig.
Ik zei het verder een onzinnige eis te vinden en inconsequent. Een evolutie suggererende schepper, die vereist dat ik het tegenovergestelde geloof? Hier ontstaat een rare, dubbele deur.

Het éénnalaatste Oordeel, een soort dubbele deur?
Bij de ingang op een voorplein van de Blauwe Moskee, gebouwd recht tegenover en even groot als de Aya Sophia in Istanbul, stonden rijen bookshops in houten barakken gevestigd. Een draaibare tijdschriften standaard stond vol met kleurige, glossy brochures. Één titel luidde ‘How the prophet Mohammed invented the cellular phone’.
Klaar ben je. Een westers ontwikkeld, hoogtechnologisch apparaat met sateliet verbinding, uitvinder Mohammed dus.

Feit, de Blauwe Moskee is ruim duizend jaar jonger als de Aya Sophia, maar wat is het? Een kopie, een pendant of één uit een tweeling, een dubbele deur? Doet de kopie het beter als het origineel, is het vreemd dat de Aya Sophia niet groots functioneel als christelijke kerk dient? Terwijl elders een toename van moskeeën is waar te nemen. Is het ten gevolge van eenzijdige tolerantie of ont-christelijking?
Oordeelt niet, opdat …

Ik beken een geloof in de relatie tussen het taboe en het Tohuwabohu, het ongeordende, woest en leeg. Een geloof in de eeuwige val doorheen een bibliotheek van Jorge Luis Borges, verstoten uit het paradijs.
Het lijkt ons noodlot de vloek te ondergaan. Voorbij het taboe en de zonde, in het schokkende ‘gewetene’ te leven, ons rauwe nu.
Want wie gelooft nog in het wegen van de ziel, het hiernamaals?

Allart Lakke, december 2010/2011.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *