Jaarlijks wordt door allerlei figuren op een irritante manier een belijdenis afgelegd over hoe men van het geloof is afgevallen. Ik erger me, omdat op het geloof in Sinterklaas uitgebreid wordt teruggekeken, maar dan wel precies totdat de goedheiligman weer is vertrokken naar zuidelijk Spanje. Nog diezelfde nacht worden winkeletalages omgetoverd in de noordelijk georiënteerde kerstsfeer en verdwijnt de interesse in overpeinzingen over ons geteisterde kindergeloof in deze vreemde initiatierite, vergeten zijn de fraaie gedachtes over het nut van onschuld en de tucht van de roede. Men informeert nog één dag beleefd naar mogelijk verkregen goederen en dan op naar de volgende feestelijkheid. Kerst. Mother Mary marries Father X-mass.
Dat is eveneens een verbazingwekkend beeld, het dook op naar aanleiding van een tekening van een bel rinkelende Father X-mass en een Mother Mary-figuur op een tekening. Ik schreef eronder ‘Mother Mary marries Father X-mass.’ Het beeld ontstond in mijn gegronde twijfels over de iconografie rond kerstmis, ik bedoel de combinatie stal uit Bethlehem, uit het Midden Oosten, onder een kerstboom, in afwachting van de komst van een kerstman van de Noordpool. Bovenin de boom een ster voor de drie wijzen.
Kortelings schreef ik een stukje over ‘Het herstellen van het taboe.’
Daarvoor moet vastgesteld worden wat momenteel als taboe geldt.
Nou, bijvoorbeeld incest. Of pedofilie. Of het kwadraat, incestueuze pedofilie!
Is het een taboe om te denken dat Mary bevrucht is door de Kerstman?
Hij heeft iets van haar opa. Zij wordt veronderstelt een maagd te zijn, dus ja, het is taboeleus. Het beeld bevind zich voorbij de acceptatie. Die letter X van mass, dat is vies. Een X van verbod.
Ik herinner mij vooral op jonge leeftijd niet te begrijpen hoe de dood en geboorte van Christus zich in één jaar konden voltrekken en bovenal in omgekeerde volgorde, de geboorte op het eind van het jaar! In mijn verwarde interpretatie vertegenwoordigde de stal bij een opgetuigde kerstboom een soort van afscheid, een dood, in de koude van de winter. Een brandende druipkaars en vooral het zilver van de kandelaar heeft die uitstraling van eindigheid en dood, het leven valt stil, de langste nacht volgt.
Er was een vreemd verband tussen de kruisiging, de bizarre kerstboom en het eind van het jaar.
Ik vermoedde later dat de Kerstman de vader van het geboren kind moest zijn. De hemelse vader, die op een slee door de lucht rijdt. Maar de kerstboom als object is me altijd vreemd gebleven, heidens, een beeld uit afgodendom. De afbeeldingen van de stal door middeleeuwse schilders verwarde het geheel verder. Geen winterse taferelen. Driekoningen, een Moor?, het was onbegrijpelijk.
Die witte baarden van de Klaas en Kerstman zijn restanten van goddelijkheid.
Ook dwergen en Zeus hebben zulke baarden. Hei, ho! Klinkt het gemoedelijk en het bijbehorende jolig gedrag is zichtbaar bij de Kerstman. Bij Klaas zijn de pieten voor stupiditeit verantwoordelijk. De piet is oorspronkelijk lui en dom zoals de kabouters bij de kerstman. Het zijn noodzakelijke hulpjes, bij de grootse taak van de afhandeling en levering van talloze kado’s. Inmiddels zijn er gekleurde pieten en allerlei soorten elven en kabouters.
Maar de kleur rood overheerst nog in de kleding van beide mannen en een associatie met onsterfelijkheid en de dood, in de witte sneeuw en de witte baarden.
Wat doen we onze kinderen aan!
Die twee feesten na elkaar, a.h.w. tegelijkertijd, werkt ook verwarrend. Hun beider identiteit is te gelijkaardig. Langzaam rukt de Kerstman op en in omgekeerde richting probeert Klaas vaste grond te verwerven.
Allart Lakke, 2009.