Slagvelden. Een naam gefixeerd op een plek. Een graf, erboven een kruis als plek van transformatie.
Eindeloos lang hebben we gevochten. Onderling en in stamverband, in grotten en in rivier delta’s, in opstanden en revoluties, burchten tegen forten, adel met adel, volken tegen volken, dorpen tegen steden, landen tegen republieken. Eindeloos is de strijd geweest. De slachtoffers zijn talloos en in onze herinnering is slechts plaats voor de recente gruwelen, dus vergeten en verdwenen zijn bijna allen. Wat is de status van de ziel, die onschuldig en zinloos stierf? De christen laat het oordeel, onschuldig en zinloos, over aan god.
Wat is de status van de ziel die vergeten is en die geen rustplaats kent.
Het is irritant, maar het voorbeeld is relevant, van vele van de slachtoffers van de gaskamers in Auschwitz werd de as in de rivier de Vistula gestort. Voor hen geen laatste rustplaats, geen graf of herinnering. Verdwijnen moest men. ‘Ausgerottet’ met een gewetenloze kwaadaardigheid.
Wat is de status van hun ziel?
Ik denk dat hun weg onrechtstreeks, letterlijk door de hel namelijk, naar de hemel leidde.
De tekening op de trommel van een Siberische shamaan, de trickster, een vroege vorm van de geestenbezweerder of priester. Vaak tonen deze afbeeldingen de onder- en bovenwereld. De verbinding daartussen of de horizon wordt uitgebeeld door een grote, staande figuur. Hier zou ook gewoon een landschap zichtbaar kunnen zijn, met sterren in de lucht en dieren op de aarde. In het klein herhaald de tekening zich echter links beneden, een kleine figuur heeft een trommel in zijn hand. Hier ontstaat het Droste-effect. De shamaan zelf is de verbinding tussen de geest en het lichaam, in trance reist de medicijnman tussen de verschillende werelden van leven en dood.
Primitieve stammen kunnen middels een ritueel, de dood herstellen naar het leven. Bij de Bosjesmannen (Bushmen) in Afrika is geregistreerd dat zij de ingewanden terugleggen op de plek van de overleden jachtbuit, een hert, in een silhouet tekening van het dier. Wederopstanding gegarandeerd. De magische kracht van tekening en handeling.
Joseph Beuys tekende soms zo en hij legde aan een dode haas kunst uit. Dood, de dode haas? Iets wat niet uit te leggen valt, kunst, uitvoerig proberen te duiden aan een wezen, dat niet langer is, aan een inert en levenloos lichaam. Hij communiceert zogezegd met de geest van het dier? Zijn gelaat was die dag bedekt met bladgoud, als de zonnegod, een bepaalde vorm van energie.
Beuys met de dode haas. Wikipedia:
Wie man dem toten Hasen die Bilder erklärt war eine Aktion des Künstlers Joseph Beuys am 26. November 1965.
Beuys’s first solo exhibition in a private gallery opened on November 26, 1965 with one of the artist’s most famous and compelling performances: How to Explain Pictures to a Dead Hare. The artist could be viewed through the glass of the gallery’s window. His face was covered in honey and gold leaf, an iron slab was attached to his boot. In his arms he cradled a dead hare, into whose ear he mumbled muffled noises as well as explanations of the drawings that lined the walls.
De dood als plek van transformatie, is een concept dat de mens gevormd heeft. De gedachte aan reïncarnatie, oneindige herhaling, is vervat in de natuur, in cycli. De onveranderlijkheid, hetgeen waarvan de ziel deel uitmaakt, staat tegenover de vluchtigheid van het leven. Contrapunt. In het leven is gewicht, maar de ziel of de geest is onmeetbaar, gewichtsloos. Ongrijpbaar.
Vanwege de onaantastbaarheid van de ziel is het nodig de lichamen van overleden vijanden onder zware stenen te ruste te leggen. Oh, merkwaardig zijn de huizen van de ziel. Piramiden, schacht graven en hunebedden. Het vederlichte, de ziel, wordt in het loodzware, de tombe gevat.
De ziel wordt soms voorgesteld als het hart. Aan de duivel wordt door het ‘slachtoffer’ dan ook zijn hart overhandigt. Gevoel zit in de borstkas. In de negentiende eeuw was de geest een soort fluïdum, een transparante voile. Ectoplasma. Uittreding.
Toen ik jong was, vonden we een dode haai op de rotsen van Aruba. Het beest was verminkt door de worsteling op de rotsen. Het was een akelig gezicht. Ondanks mijn angst voor de haai, was het zielig en de vangst een zinloos tijdverdrijf van matrozen.
Later meer over het beest 666.
Maandag 10 augustus 2009, Allart Lakke.