Het zelfbedrog van de rukcarroussel

Afgelopen week interviewde ik in Leiden, de stad van de schilderkunst, de schilder Maurice B., die vertelde een anekdote over de rukcarroussel, die bestaat uit het ‘s avonds voorbij komen in gedachten van alle mooie meisjes van de dag om daaruit diegene te kiezen die in de fantasie vervolgens het orgasme veroorzaakt of/en ondergaat. De afbeeldingen of herinneringen aan de meisjes hangen aan een ronddraaiende molen en één voor één worden zij gewikt en gewogen. De rukcaroussel.


Zou er ergens worden bijgehouden hoeveel mensen zich hebben laten filmen, om in het openbaar bekeken te worden, tijdens de daad? Er zijn zo’n honderdduizend cassieres in Nederland en tweehonderd en vijftigduizend vrachtwagenchauffeurs. Indien uit die twee beroepsgroepen een substantiële hoeveelheid samen éénmalig dergelijk promiscu gedrag zouden vertonen, dan waren dat dus al heel veel opnames, even de complexere groepsgedragingen buiten beschouwing gelaten.
En het is bekend, de mens experimenteert graag.
De realiteit is dat beide sexen in hun sexuele activiteit onze dierlijke afkomst duiden. Het gedeeltelijk beestachtige gedrag is geen keuze, maar beslist dwingend, zowel lichamelijk als geestelijk. Pornografie, de hoeveelheid tijd, energie en materie die gebruikt wordt om de paring vast te leggen en andersom te bekijken is enorm.
Het is werkelijk onvoorstelbaar en het gaat maar eeuwig door. De obsessie bestond al lang geleden want uit het Paleolithicum stamt de vondst van de Venus van Willendorf, een geen twintig centimeter hoog beeldje. Deze Venus van Willendorf is kunsthistorisch geduid als een zogenaamd vruchtbaarheids symbool. Het is een algemeen aanvaard idee dat haar voorkomen dertigduizend jaar geleden buitengewoon aantrekkelijk zou zijn geweest. Vruchtbaar, met brede heupen en grote hangborsten. Zij is een prehistorisch sex symbool dus. Misschien diende haar beeltenis als een hedendaagse Playmate in een garage, in de grot bij een vuur ging zij wellicht van hand tot hand. ‘Moet je die tetten zien, geil man!’

 

Maar jonge vrouwen, destijds, waren die niet uiterlijk als nu?

Ooit bedacht ik me als puber, naar aanleiding van mijn eigen gedrag, hoe groot de hoeveelheid zaad wel niet is, die geplengd wordt n.a.v. de jongens fantasieën over één en hetzelfde vrouwelijk sterretje. De lol was er gelijk af. Emmers vol dus. Die gedachte beïnvloedde mijn keuze vervolgens. Schoonheid moest min of meer exclusief worden, een private sensatie, iets voor mij alleen.
De inwisselbaarheid en de eeuwige stroom van schoonheid die door de media wordt uitgebraakt verveelde me. Slechts enkele vrouwen overtroffen die tekortkoming van gedeeld te moeten worden met duizenden anderen. Het voor jezelf willen hebben, die macht, het is een dierlijk fenomeen. In werkelijkheid is het een vluchtige fantasie, het zelfbedrog van de rukcaroussel.

‘In this town a man’s best friend is his right hand.’ Een quote uit het wilde westen in een stad zonder vrouwen.

‘Smik, smek, smak.’ doet Marcello Mastroianni in de film Vrouwenstad van Fellini. Hij denkt, peinst en reflecteert bewust, totdat een mooie vrouw voorbijkomt, dan is het ‘Smik, smek, smak.” En er achter aan. Fellini toont genadeloos het instinctieve, het beestachtige in de mens.

Allart Lakke, 2009.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *