Ordinair, alweer een onbruikbare en vervuilde term, vergelijkbaar aan kitsch, ik bezig het woord echt zelden. Het heeft een gemene connotatie, vernederend en geringschattend. Het schijnt zoiets te zijn als banaal, vulgair, goedkoop, maar het is een leeg begrip, want ik zie een glijdende schaal van ‘goede’ smaak naar ‘plat’. Verwant aan een soort stijl of klasse. Dik zijn is ordinair? Vet zijn. Ongezond.
Maar ik ken dure, gezonde mensen die ordinair zijn, geestelijk ongezond, armen en zieken die klasse hebben en plat dat plat is. Maar is het werkelijk plat? Ordinair is een boven ons zwevend oordeel dat een ‘ons kent ons’ veronderstelt. Die ons kent ons noemt het de ‘onderbuik’. Het denken en handelen van onder de gordel, met je geslachtsorganen, simpel en plat.
De recentelijke heilig verklaring door de elite van de volkszanger André Hazes (1951-2004) is een goed voorbeeld van het mogelijke glijden van de schaal. Eén documentaire was voldoende het beeld te wijzigen van plat naar volksheld.
Dik is ordinair en dat is vast ook het werk van Fernando Botero (1932), de Colombiaanse schilder en beeldhouwer die erin slaagt alles dik te schilderen of uit te beelden. Niet dik met vette verf, maar alles wat afgebeeld wordt in Botero’s wereld volks en opvallend dik. Dikke bomen, dikke paarden en stieren, alleen maar dikke mensen, dik meubilair, enz. alles is bovenmatig dik. De schilder schildert dikke stillevens, dikke landschappen en heel veel vette mensen in allerlei situaties, tijdens de picknick, stieren vechtend en dansend.
Die specifieke verdikking is een vondst die geniaal te noemen valt. Op dezelfde oppervlakte of ruimte als andere schilders, namelijk die van een willekeurig doek, en al het afgebeelde is dik, ‘chubby and fat’. Weelderig. De ‘normale’ ruimte tussen de dingen wordt opgegeten door het vet. Het lijkt een fijne wereld, de mensen zijn genoegzaam en tevreden. Begrijpelijkerwijs oogt alles weldoorvoed, gezapig bijna en die uitstraling is in het concept ‘alles dik’ vervat. Dik is gezellig.
Wat is het tijdperk waarin de afbeeldingen zich plaatsen? Zuid-Amerikaanse/Spaanse cultuur beelden.
Recentelijk is de serie ontstaan in relatie tot Abu Graïb, martelingen en minder gezapig dus, een vreemde groep werken voorlopig voor me.
De pseudo-naïeve figuratieve stijl van Botero noemt men Gonflette (opgeblazen)-stijl of Boteromorfisme.
In de elitaire kunstwereld is Botero uitgelachen. I.i.g. niet serieus genomen, te anekdotisch geacht feitelijk. Inmiddels is het lachen die culturele elite vergaan, in het Spaanstalige deel van de wereld is Botero een ‘household name’. Zijn schilderijen worden duur verhandeld. Botero is een denkwijze en een toegankelijk visioen voor velen in het beeld van onze, dikke wereld. Botero is populair. En als u vliegend aankomt in Barcelona is het eerste wat u zal opvallen een groots dik paardenlijf met een klein hoofd, het Caballo de Botero, in de hal van de terminal. De Colombiaanse beeldhouwer Botero en de Spaanse/Catalaanse geschiedenis. Uiteindelijk eindigt Botero in het Guggenheim, want ook het volk bepaald actueel de smaak.
Allart Lakke, zondagavond 25 juli 2010.