In Afrika. De stijl vormen die min of meer vastliggen, hoe ontwikkelden die zich? Die abstractie en repetitie.
Ik heb geen verstand van het onderwerp, maar duidelijk is dat die beeldhouwers grote vaardigheid hadden. De beschilderde totempalen van de Tlingit en Haïda in Noord-Amerika zijn haarscherp afgewerkt en abstract figuratief in een dominante stijl. Naar een voorbeeld in miniatuur, in een maquette van steen soms. Openslaande dubbele maskers.
Handwerk.
De problematiek van de metamorfose, die transformatie of verandering, die mogelijkheid van gedaante verwisseling heeft gedurende lange tijd mijn werk beïnvloedt. De metamorfose van een beeld, de metamorfose door drank en drugs, de metamorfose van de schizofreen, van koorts en nachtmerries, van ‘mindcontrol’. Maar ook de gedaantewisseling van Batman, het Ding, de shamaan. De vreemde status van de tweeling.
Het is de glijdende schaal in het icoon, om dan alles met alles te verbinden. Iconografie. Een hoogtepunt? De Artemis in Ephese. Een uniek beeld. De Hellepoort van Rodin. De vol gespijkerde voodoo uit Afrika.
De krachtstof component, het oorzakelijke mysterie. Krachtstof op de navel, een spiegel. Axis mundi. De dubbele deur. De duik van een walvis.
Gepokt en gemazeld. Waarom zijn zo massaal veel meteoriet inslagen zichtbaar op de maan in tegenstelling tot het aantal op de aarde? Is het omdat meteorieten opbranden in de atmosfeer van de aarde? Gedeeltelijk.
Maar is het verschil effectief correct, dat wil zeggen meer inslagen op de maan? Neen.
Doordat de maan geen atmosfeer heeft en er geen water stroomt of wind waait, is er geen erosie die de kraters weg zou kunnen slijten. De kraters op de aarde zijn echter door erosie bijna allemaal geheel verdwenen.
Een gebouw als Stonehenge getuigt van het uitzonderlijke belang dat de prehistorische mens hechtte aan begrip van de equinox, de stand van de sterren, zon en maan. Toolmaker. Gatherer-hunter. Farmer. Matriachaat. De essentiële afhankelijkheid van de seizoenen en het weer en de relatie tot de veranderingen aan de hemel verklaren de intensieve bouwwoede. Stonehenge lijkt uit die noodzaak tot het fixeren van de tijd en het daaruit voortvloeiende voorspellen ervan te zijn ontstaan. Men gebruikte zware stenen om de repetitieve tijd in het onmetelijke heelal eeuwig vast leggen.
Maar hoe begint men? Het is geen bovennatuurlijke kennis, integendeel de natuur roept het beeld op.
De seizoenen zijn onmiskenbaar. Een eindeloze achtervolging van zomer, herfst, winter en lente. Onontbeerlijke kennis in een beschaving afhankelijk van jaarlijkse oogst, zowel voor de verzamelaar-jager of de boer.
Eerst moet de lengte van de dag uitgedacht worden, meetbaar gemaakt, dan blijkt dat de zonneschijn, de dagen gestaag langer worden, tot een bepaald moment, de zomer, waarna de dagen korter worden tot een kortste dag, waarna de dagen weer langer worden, enzovoort. Duidelijker is de afwisseling van dag en nacht, zon en maan. De eigen veroudering, de levenscyclus..
De wil om te kunnen weten wanneer te zaaien en te oogsten wordt in samenhang met de waarneming van het verstrijken van tijd ontwikkeld.
De ruïne van Pueblo Bonito, kiva’s en complexe rituelen.
Ik ontken dus geenszins de grondige kennis die het bouwwerk, Stonehenge, het observatorium, vormde, maar beschouw het geheel als een klok, die als een fysieke bevestiging van de voortgang en herhaling van de tijd fungeerde. De kennis benodigd om het tijdstip van zonnewende of de opkomst van een bepaalde ster aan de hemel te voorspellen is geleidelijk ontwikkeld. Trial and error, dus de stenen verplaatsen. Maar het feit dat het dagelijks, maandelijks en jaarlijks terugkerende fenomenen betreft wordt waargenomen. De maan is half rond, de maan groeit en wordt vol en verdwijnt weer compleet. De dagelijkse boog van de zon en de hoogte ervan is cyclisch. Het cyclische is evident aanwezig in de verschijnselen die de seizoenen, dag en nacht en het weer lijken te bepalen.
Het concept klok, tijd waarneming is in de repetitie in natuurlijke fenomenen besloten. Zichtbaar, waarneembaar evenals de perfectie van de cirkelvorm. Een wiskundig concept opgeroepen in de kringen van het door een steen getroffen water en in de volle maan.
Natuurlijk is het bijzonder dat men over deze kennis beschikte, maar het is tegelijkertijd logisch, begrijpelijk dat men deze fenomenen waarnam en bestudeerde en men in bevestiging van dat begrip een observatorium ontwikkelde.
Allart Lakke, eind september 2010.