Eerst iets over Jan Hoet, ik ontmoette hem verschillende keren. Een ogenschijnlijk niet direct sympathiek iemand, een onooglijk mannetje, met ontevreden trekken, net in het donkerblauwe maatpak. Hij lijkt uiterlijk op Bobby Robson, de Engelse voetbaltrainer, hij helt voorover tijdens het spreken en maakt gebaren. Een agressieve organisator, in de taal van het kamp, met een scherpe blik en schurende taal. ‘Kombinacj’? of zoiets.
Die figuur, Jan Hoet heeft het produkt Belgische kunst eigenhandig tot een nationale inkomstenbron van grote importantie in een internationaal opererend netwerk weten op te werken. Het relaas is surreëel van gebeurtenis en inhoud. Jan Hoet ambieerde ooit een carriere als kunstenmaker, maar rond zijn veertigste zag hij daarvan af en begon te organiseren. De belangrijkste bron in de beleving van kunst van Jan Hoet is zijn ontmoeting met Joseph Beuys. Beuys was de grote leraar, de goeroe, die fluisterde de jonge Jan in het oor. Jan Hoet beweerde later dat als hij Joseph Beuys zag spreken dat er vet uit zijn mond kwam.
Wellicht niet het soort relatie als tussen de trainer Rinus Michels, de Generaal genaamd, en Johan Cruijff, de geniale voetballer met vogelperspectief. Maar de verdienste van Johan Cruijff, naast het voetballen zelf, ligt onder meer in het aan de basis staan van het uitbouwen van een internationaal transfersysteem, waar honderden miljoenen in omgaan. De in- en verkoop van voetballers lijkt een oorspronkelijk Nederlands geïnitieerd produkt. Evenals sponsoring en scouting. Nederland verdiend geld met die sport. De link met Barcelona, waar Cruyff een heilige status heeft als de Verlosser. De textielindustrie. Hij trouwt een dochter van Coster, de diamanthandelaar in A’dam. Cruyff heeft het produkt voetbal op de kaart gezet en een eigen sportacademie gesticht.
Bedenk dat in de jaren zeventig, PSV een dure voetballer inkoopt voor de levering van vier Philips lichtmasten bij een buitenlands stadion.
Hoe verhoudt zich dat nu tot Jan Hoet?
In het typische in absolutisme spreken onder andere. In die in een ‘eigen’ taal gedefinieerde begrippen, een eigen ontwikkeld jargon. En in het maken van een school, beide zijn de spilfiguur in een door henzelf vormgegeven beweging of school.
Het Gentse museum het SMAK verwierf het topstuk ‘Wirtschaftswerte’ uit 1980 van Joseph Beuys voor vrijwel niets. Op een metalen rek met schappen staan de vergeelde en bruine verpakkingen van Oost-Europese goederen. De goederen zijn de grens over gesmokkeld door leerlingen van Beuys van Oost naar West Berlijn.
Beuys stierf in 1986. Jan Hoet verenigde vervolgens het symbolisme en het surrealisme, beide brede stromingen in België. Hij verhief de installatie tot kunst, in zijn meesterwerk ‘Chambres des Amis’ in 1987 in Gent.
Sindsdien bouwde Jan Hoet de schizofrene of psychotische Belgische kunst uit tot een internationaal gerespecteerd produkt, met grootheden als Marcel Broodthaers, Panamarenko, Raoul de Keyzer, Luc Tuymans, Jan Fabre, Guillame Bijl, Jan de Cock en Wim Delvoye. Maar ook dus kunstenaars uit de generaties daarvoor, zoals Rene Magritte en Paul Delvaux. Felicien Rops en James Ensor. Allen meesters van de vervreemding.
Jan Hoet heeft in een ongebreidelde energie en intuïtief deze kunstenaars verbonden in een alchemistisch geheel. Slachtoffers werden diegenen, die zich niet voegden naar die visie. Hij werkte vanuit het geloof in die dwingende energie, die stuwende wilskracht van het ongrijpbare. Een grootse uitwisseling vond gedurende Jan Hoets bewind plaats, Italianen, Duitsers, Amerikanen, Chinezen, overal kunst en geld.
Ook veel zwart geld fluistert men.
Een belangrijk Belgisch galeriecircuit ontstond, waarin Ronny van de Velde, Micheline Szwajcer, Stella Lohaus, Zeno X, Baronion en vele andere galeristen opereerden/opereren met internationale connecties.
Hoorde het allemaal bij elkaar? Nee. Maar de energie van Jan Hoet was alom aanwezig.
Jan was sinds Beuys te hebben horen spreken in diens ban van de sociale plastiek. Velen volgden het voorbeeld van deze leerling van Joseph Beuys, die zich vervolgens zelf meester waande. Hij klom op tot Kunstpaus en maakte school.
Jan Hoet en Johan Cruijf zijn beide initiators, respectievelijk de Kunstpaus en de Verlosser.
Allart Lakke, zondagavond 18 april/ 20 april 2010.