A-sociale plastiek

A-sociale plastiek is het tegenovergestelde van hetgeen Joseph Beuys bedoelde met sociale plastiek.
Beuys is een shamanistische figuur, geloof is belangrijk en spreken is in zijn visie een vorm van plastiek. Zijn werk is zoiets als antropologische kunst, oftewel gedragswetenschappelijke kunst. Beuys hanteerde eveneens een verruimd soort materiaal begrip met ongebruikelijke materialen zoals vet en vilt, koper, honing. Geleiding, het warmte principe speelde een belangrijke rol. Diens vorm van sociale plastiek betrof de menselijke condities, het onderling verband, het milieu.

asocialeplastiek
Die sociale plastiek van Beuys is klaarblijkelijk aan het milieu gekoppeld. Milieu kan het natuurlijke (ecologische) milieu zijn, maar ook naar de sociale omgeving verwijzen. Milieu is dan zoiets als onze fysieke omgeving (levende en niet levende natuur) waarin het menselijk leven en het menselijk bestaan mogelijk is en plaatsvind, (wikipedia). Bij Beuys is in beide betekenissen van belang, ecologische en sociale omgeving. A-sociale plastiek is een soort van misdaad dus.

Veel hedendaagse, actuele kunst wordt immers niet in de betekenis van sociale plastiek vervaardigd. Veel lijkt vooral te worden vervaardigd omdat het kan, niet omdat het moet. Met name ‘kunst’ in de openbare ruimte irriteert, het zijn veelal obstakels. Zie in ‘Nicknames’ de lijst van benoemingen van kunstwerken in de stad Rotjeknor. De dingen zijn onontkoombaar in de verkeerde zin. Zoals ik betoog in ‘Het tabernakel’ lijkt het mij noodzakelijk een klein en compact oeuvre na te streven. Niets overbodigs.
Vanuit een dwingende en ondanks of juist vóór het milieu noodzakelijkheid. De 1%-regeling is een regeling, waarbij 1% van de bouwsom van openbare werken door de overheid uitgegeven dient te worden aan ‘kunst’. De overbodigheid is duidelijk. Die kunstuitingen zijn markering-plekken in de overvolle openbare ruimte. A-sociale plastiek.

Vernietiging, opheffing. Opruimen. Schoonmaken. Een plein aanvegen. ‘Ausfegen’, for the art piece he called Ausfegen, Beuys swept Berlin’s Marx-Engels-Platz, then encased the broom and all the detritus he’d collected in a vitrine. Het vuil en de kunst.
‘Sweeping Up (1972/85).’ The contents of this case originate in an action performed by Beuys in 1972. Following the left-wing May Day parade in Berlin, Beuys and two students used a bright red broom to sweep up all the rubbish in Karl-Marx-Platz. This gesture of making a clean start reflected Beuys’s dissatisfaction with the dogmas of Marxism, as much as with Western capitalism.
Sociale plastiek dus, een handeling, het schoonvegen is ecologisch effectief én het betreft de sociale omgeving. Iets wordt weggehaald, schoongemaakt. Opgeruimd. Het is een voetwassing. Louterend soms.
Een voorbeeld. Een stad waarin alle uitingen van reklame uit de openbare ruimte worden weggehaald. Censuur is in dit geval een sociale plastiek, waarbij het milieu wordt geschoond van overbodigheid. Een vorm van vervuiling. De straten zouden helder zijn, de rust weergekeerd. Veel kunstuitingen zouden eveneens moeten worden verwijderd. Een keuze ingegeven door het verschil tussen een gedenkteken en dingen ontsproten uit de 1%-regeling. Er zijn uitzonderingen.

Allart Lakke, 30 mei 2010.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *