De Zielige victory boogie woogie

Het laatste schilderij van de hand van Mondrian (sic) hangt in het Gemeentemuseum van Den Haag. Ik bezocht het werk recentelijk in het gezelschap van de kunstenaars Thomas Raat en Casper Faassen.
De suppoosten volgden ons ge-drieën on-opzichtig maar gedecideerd, want we liepen een vreemd en onvoorspelbaar parcours. Een vrouwelijke suppoost snuffelde rond in de zaal, die we net verlieten. Eer vorige keer stonden er twee ge-uniformeerden aan weerszijde van de Victory Boogie Woogie, het was toen net vers aangekocht voor tachtig miljoen gulden. Het personeel is zuinig op het kunstwerk.
Wat maakt het schilderij subliem en zielig? Het werkt op mij in als de uitvoering van een stuk van Sjostakovitsj door een orkest. Harmonieus en verheffend, maar tegelijk inhoudelijk verontrustend en van een diepe tragiek.
Is er voorkennis voor nodig om het schilderij optimaal te lezen? Nee, maar het schilderij is een rustgevende plek, een bijzondere vorm van concentratie, en bezoek is dus voor herhaling vatbaar.

boogie


Zelfs volkomen onleesbaar en piepklein afgebeeld is het schilderij nog levend. Door de kanteling in de ophanging en de spacieuse lijst wordt het oorspronkelijke vierkant opgelost in de ruimte. Het vierkant is alleen bewust waar te nemen, door inspanning en door het ruime, witte kader te fixeren in de waarneming. Daarbinnen is de orde van chaos. Diagonaal op het vierkante doek, maar waterpas aan de vloer zijn de kleurvlakken en lijnen uitgezet. De rasters van kleuren in lijnen en vlakken breken het oppervlak compleet open. Er lijkt een soort merkwaardige activiteit in de wijze waarop de kleuren en de lijnen en vlakken zich tot elkaar verhouden. Het is a.h.w. inwendig, een uitsnede van een groter geheel, het opgeroepen ‘beeld’ is instabiel en tegelijk uitgebalanceerd. Die activatie of animatie, het levendige, maakt het ritmische beeld in zijn geheel ongrijpbaar. Ontastbaar en rusteloos. Het wil oneindig zijn, een dans, de Boogie Woogie. De dans van de Boogie tijdens de overwinning, Victory.
Boogieman, driften, de onderbuik. Maar dan in de geciviliseerde blanke vorm. De oorsprong getuigt van een mentaliteit, een levensovertuiging, die niet direct te rijmen valt met de instelling van Mondrian? Alhoewel. Hij werkte aan het schilderij in New York en onder die culturele invloed. Hij leefde intens in de lyriek van de metropool en Mondrian was hip en behoorde tot de culturele elite. Het schilderij ademt, zegt men, New York, maar dat is dan enigszins misplaatst in Den Haag.

Het schilderij is wezenlijk onaf. D.w.z. Mondrian heeft het niet beëindigd, maar zijn dood. Het schilderij is dus echt in fysieke zin onaf. Is het dan een mislukt schilderij? Het oppervlak bestaat uit verf, gekleurde plak plastic tape en papiersnippers. Het werk bevind zich ‘in statu nascendi’, het wordt continu geboren, het ontwikkelt zich, maar die ontwikkeling kent geen eindigheid. Ik vind dat mooi. Het schilderij blijft in wezen onbegrepen, want onaf. Het is zielig.
Het openbaart intenties, maar vervuld deze niet. Een mislukt ding is stuk of onvolledig. Onaf dus.
Van Mondrian zag ik ooit een zorgvuldig ingekaderd opengeklapt luciferdoosje met een in potlood uitgevoerde schets erop. Dat was een wat onzinnige reliek. Van Mondrian wordt beweerd dat hij een plant wit schilderde, omdat het groen detoneerde in zijn helderwitte studio. Die anekdote illustreert zijn fanatisme.
Nee, het feit dat het schilderij onaf is, maakt het niet een minder zuivere Mondrian. Tegelijk heeft het de zweem van een vergevorderd stadium, heel veel keuzes lijken bewust gemaakt. Maar dat is compleet suggestief, want het is onzeker hoe het schilderij uiteindelijk zou zijn geworden.

De timing van de aankoop, eind jaren negentig, van Victory Boogie Woogie door de Nederlandse staat is vreemd, het vijftigjarig jubileum van de Victory, de overwinning op Duitsland en Japan, was net voorbij. Het schilderij is aan die viering door de titel en inhoud(?) ten nauwste verbonden. Het duurt vijfentwintig jaar voordat het schilderij in die zin weer moet opduiken of opnieuw relevantie verkrijgt. Is het een miskoop?
En dan die gigantische som geld, tachtig miljoen gulden. Zoals ik zei, de eerste keer dat ik het bezichtigde stonden twee bewapende bewakers bij het doek.
Het draagt bij aan de mythische proporties die rond onze topkunst heersen.
Dat alles maakt het schilderij subliem én zielig, misplaatst en onbegrepen.

Allart Lakke, oktober 2009.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *