Allerlei oorlogsarchitectuur en haar chronologie bestaat, maar ik beperk het tot de tweede wereldoorlog en de bouwdrift van de Duitsers. Daar was de eerste raketbasis in Peenemunde en de noodzakelijk geachte tunnelbouw voor de produktiefabriek van de V2, Dora. Het dodelijke KZ en de gaskamers. De formidabel geachte Atlantikwal. De Rijkskanselarij en het ondergelegen bunkercomplex. Het stadion en de marsvelden in Neurenberg. Immense bunkerhangars voor de U-boten. De van kunstschatten gevulde Karinhalle van Göring. Het kasteel Wewelsburg voor de SS-top. De absolute elite in hun woningen op de Obersalzberg. Allemaal besmette oorlogsarchitectuur.
En denk vervolgens aan de moedwillige vernietiging van veel van die architectuur, alsof het noodzakelijk was voor het uitroeien van het kwaad. Ik heb die architectuur soms wat bestudeerd en schreef een stukje getiteld ‘Een houten plank in Auschwitz’, dat handelt over de mate van schuld in de dingen.
Hoe zit het met onderstaande voorbeeld, de Duitse Flaktorens uit de tweede wereldoorlog, die tegelijkertijd als bunker voor de burgerbevolking als voor luchtafweergeschut werden gebouwd. De helder geformuleerde torens werden ontworpen vanuit een gedeeltelijk esthetisch oogmerk als representatieve Nationaal Socialistische bouwwerken. Die esthetiek is in dit geval (één van de vier grote, Weense Flaktorens) gelegen in het doortrekken van het vierkantige bouwvolume, namelijk door de plaat beton, die op driekwart hoogte om de grijze kubus heen zweeft. De vier daarboven op de hoeken gelegen circelvormige torens, waarin de kubus gedeeltelijk opgaat, vormen het bastion. Het immens zware gebouw lijkt hierdoor op een onneembare vesting, een fort. Elke luchtafweertoren had een eigen ontwerp, was een unica. De positie van de torens in het landschap was functioneel en strategisch. De boodschap luidde, de onoverwinnelijkheid en onverzettelijkheid van het Duitse herrenras uitstralen, propaganda.
Inmiddels is dat laatste door het verloop van de oorlog een onjuiste veronderstelling gebleken. De architectuur herbergt een in die zin ‘foute’ boodschap. Een foute intentie. Desondanks blijven de torens imposant. Deze Weense variant is compleet onbeschadigd, want Wenen is bombardering bespaard gebleven.
Anders dan het lot van de intensief gebruikte Zoo Flaktoren, waarin tot twintigduizend mensen tijdens het beleg van Berlijn bescherming hebben gezocht. Deze toren is helaas na-oorlogs geruimd, eerst opgeblazen en toen afgebroken. Terwijl de toren vooral een beschermende functie, veiligheid vertegenwoordigde voor de Berlijnse bevolking. Foute architectuur, het bestaat? Een beetje fout?
Allart Lakke, 2009.