De Zwarte Kunst van Casper Faassen

 

Het is opmerkelijk dat het naakt bij Casper Faassen, als in de betekenis van een onbedekt of ontkleed lichaam, in het recente werk feitelijk vrijwel afwezig is. Het zijn immers louter portretten.

Toch is de referentie naar het naakt in de schilderkunst voelbaar. De vrouwen zijn introvert en onaantastbaar, als het klassieke model in relatie tot de schilder afgebeeld. En ondanks de afwezigheid van hun lichaam is het aanwezig, want de lichaamstaal en houding kan worden afgelezen aan het gezicht en in een summiere schouder lijn. Een exacte gemoedstoestand van ontspanning en inkeer. De houding versterkt de onaantastbare indruk van de vrouw. Deze vrouwen zijn in hun ultieme schoonheid vastgelegd, maar doordat zij zich niet bewust schijnen te zijn van hun aantrekkelijkheid is het een betrapt moment, voyeuristisch, wat de spanning vergroot. De schilder roept aldus het geheim van het model op.
En in de nieuwste serie schilderijen in ‘Black’, in zwart op zwart.
Is het zwarte kunst (tovenarij)?

“Zwart is geen kleur zoals de andere kleuren uit het spectrum. Zwart moet eerder gezien worden als het ontbreken van licht. In het dagelijks leven en spraakgebruik wordt zwart echter wel ervaren als een kleur. Een oppervlakte, zoals zwarte kleding of zwart papier, heeft een zwarte kleur, als er geen licht wordt teruggekaatst. Al het licht wat op het voorwerp valt wordt door de pigmenten van de verf geabsorbeerd.” Citaat Wikipedia.

Absoluut zwart is een onmogelijkheid. Uitgezonderd het zwarte gat uit de natuurkunde, een gat waaruit door de grote zwaartekracht geen licht kan ontsnappen.
Het zwart heeft vele negatieve connotaties.
Maar het zwart in de nieuwe serie werken van Casper Faassen (1975) is echter niet symbolisch opgevat. Het is niet somber bedoeld, niet morbide. Het is een zwart voorbij die negatieve connotatie. Het is een opdoemen van schoonheid, uit en voorbij die duisternis. Hoop.
Het gebruik van zwart in zijn laatste werk is een bewuste ondervraging van de mogelijkheden in het zwart op zwart. Het contrast in de diepte. Een vorm van vervaging of verzinking van het beeld, die het inhoudelijk in de intimiteit versterkt. Weliswaar zijn de beelden opgeroepen uit de duisternis, maar altijd in functie van de geschilderde vrouwen. In glans tegen mat, in grof tegen verfijnd, in schraal tegenover vet. In een silhouet, het is in die zin subtiel en beperkt. Helder geformuleerde oplossingen van het na-beeld, een beeld alsof plots het licht weg valt, precies op het moment van introspectie bij het model. Het beeld doemt dan kortstondig op als een negatief en de voyeur/schilder en u als toeschouwer willen het, vanwege de schoonheid, fixeren. Die kortstondigheid, dat momentane van de schoonheid, dat is een belangrijk element in het werk van Casper Faassen. Hij oefent zich in dat moment te vatten, die vluchtigheid is mede in de effectieve schilders handeling vervat.

De gezichten van Casper Faassen zijn vaak zijdelings in close up geschilderd. Het gelaat is ondoorgrondelijkheid, vertaald in een andere onbevattelijkheid, namelijk simpel lijnenspel. Het smetteloze, de huid, wordt bij Casper Faassen onder meer opgeroepen door het heldere contrast in voor- en achtergrond. De vrouw is door de schilder vastgelegd in een teder moment, tegen een achtergrond van verval, opdoemend en verdwijnend.

 

 

De controle op het onderwerp en de uitwerking ontwikkelt zich op volwassen wijze en groeit gestaag. Het schilderij kent geen twijfel, vooral niet waar het werk de arabesk, een vloeiende lijn en een klaar gelaat nastreeft. In de zwarte serie werken is de eenvoud en de transparantie groot, ontwapenend, het naakte gezicht. En deze tovenaarsleerling is een zondagskind. Het werkt, zwarte kunst dus.

Er zijn de doodse boeketten, het uitgebloeide stilleven, op roestig plaatstaal. Er is verval of verderf en de romantische schoonheid daarvan. De schilder vervaardigd de boeketten gulzig, snel en doeltreffend. De tactiliteit van het materiaal effectief toepassend, met beheersing het beeld op roepend. Het is mooi door de treurigheid, passend. Evocatief.

De glasplaten met bladgoud. Een werkelijkheid die naar het hemelse neigt. Een gouden schijn. Een techniek die heldere keuzes vereist en voorbedachte rade in de fotografie.
Bent u geïnteresseerd in het werk van Casper Faassen,
Op deze website te lezen, onder Casper Faassen:

‘Smeulende schoonheid.’
‘Project 2.0 Hover through the fog and filthy air’
‘De illustere Komrij en Hover through the fog in 2.0.’

Allart Lakke, 2010.