Abstracte Kunst en intimidatie en/of propaganda

Geschreven ‘for the sake of argument’.
Intimidatie kan agressief en/of verleidelijk zijn.
Men zou zich enigszins geïntimideerd kunnen voelen bij de Victory Boogie Woogie van Mondrian. Het zou kunnen komen door het bedrag van 82 miljoen gulden (€ 37 miljoen) dat de Nederlandse Staat betaalde in 1997 aan de toenmalige eigenaar S. Newhouse uit New York. Een wat abstract bedrag, dus niet werkelijk zichtbaar in het Haags Gemeentemuseum.
Het is een intimiderende anekdote, maar het schilderij zelf, het beeld, is niet intimiderend. Geenszins, het is vrolijk. Uitnodigend, bewegelijk, primair.
‘Non-offensive’. Het als een ruit opgehangen schilderij oogt fris en helder, klip en klaar.
Maar desondanks is het niet zonder ‘boodschap’, in haar verleidelijkheid ingebed.

De status van het imposante ruiterstandbeeld uit 1483 van Bartolomeo Colleoni vervaardigd door de beeldhouwer Andrea del Verrocchio is oorspronkelijk duidelijk propagandistisch opgevat. Het is de verheerlijking van de held, de ‘condottiere’, de huurling. Het is complete intimidatie door de ruiter Bartolomeo Colleoni zelf in diens testament besteld en uit diens erfenis betaald.
Veel ruiterstandbeelden zijn intimiderend.
Die van Marino Marini niet?
Hoe is de relatie intimidatie en abstracte kunst?
Staande voor een vroege of late de Kooning. Niet abstract, expressionisme.
Okay, de werking van de late Mark Rothko?
Spirituele intimidatie? Dat lijken mij tegengestelden. Van het werk van Mark Rothko denk ik ook dat het niet abstract is. Het is te fysiek. Het is gevangen licht. Een dubbele deur.
De retinale waarneming wordt omgezet in emotieve, lichamelijke ervaring en die sensationele transformatie is bewust opgeroepen. Is die gewaarwording intimiderend, nee. Is het formaat intimiderend? Vooral noodzakelijk.
De omgeving?
Ja dus, de Tate Modern. De juiste condities.

Een ‘zuiver’ voorbeeld van abstracte kunst, mede vanwege de originaliteit, is van Vladimir Tatlin (1885-1953), de complexe hoek constructie (counter-relief) uit 1914/1915. Het werk oogt niet intimiderend, eerder krakkemikkig, kwetsbaar en fragiel. Het is revolutionair.
Met abstract wordt ‘niet concreet’ bedoeld. Het verwijst naar zichzelf.
In de ontwikkeling van de abstracte kunst is door de Russische avant-garde een belangrijke rol ingenomen.
Het constructivisme dateert van 1917 tot 1921 en is de officiële kunst van de Russische Revolutie, van het communisme. Kunstenaars, zoals Kandinski en Tatlin, bezetten officiële posten. Na 1920 werden de moderne kunstuitingen door de regering veroordeeld als onbegrijpelijk voor het gewone volk en in strijd met het algemeen belang. Maar het constructivisme was dus bedoeld als propaganda voor het communistisch ideaal. Het werd echter niet geschikt geacht en vervangen door het toegankelijke, figuratieve sociaal-realisme. Het constructivisme werd ‘entartet’ verklaard.
Ontstond de mogelijkheid van goede kunstenaars / foute kunst?
Zijn de Russische constructivisten niet noodgedwongen sociaal-realistisch gaan werken?
Zie bijvoorbeeld de carriere van Vladimir Tatlin, die zijn werk en zichzelf later ondergeschikt maakte aan het formalisme.
Is diens latere werk een voorbeeld van goede kunstenaar / foute kunst?
Ooit goede later foute kunstenaar, ooit goede later foute kunst?

Wrange en spottende schilderijen ontstonden bij Malevich. Diens abstracte kennis is in hortende en manke figuratie omgezet. Het is geniaal protest.

Om terug te komen bij Rothko. Wat zou spirituele intimidatie zijn? Door de dubbele deur gaan, want is de gewaarwording van de aanwezigheid van Jahweh voor Mozes niet intimiderend? Het is een spirituele ervaring, de ervaring van een ‘andere’ wereld.
Maar hoe is de werking van spirituele intimidatie bij het abstracte kunstwerk, bij de Victory Boogie Woogie van Mondrian?
Is het een onbedoeld effect, niet inhoudelijk veroorzaakt?
De intimidatie is beslist bewust gemanipuleerd. De boodschap werd kundig verpakt. Het werk zou immers oproepen tot een nieuw utopisch ideaal van spirituele harmonie, zuivere ordening in pure abstractie. Het is een principe uit het Neo-Plasticisme, oftewel De Stijl. Hoewel de vorm bij Mondrian ‘non-offensive’ is, blijkt het doel niet minder hoogdravend, het ideaal van een ‘andere’ wereld, de utopie oproepen.

Waarom is mogelijke intimidatie en propaganda in abstracte kunst een issue?
Omdat op het eerste gezicht het elkaar lijkt uit te sluiten. Het ‘abstracte’ zou wellicht waarden vrij moeten zijn, ‘niet concreet’ immers. Het is tot de essentie teruggebracht. Vergelijkbaar aan hoe een cijfer een abstractie is, geen ethische waarde vertegenwoordigd.

Wikipedia ;
Abstractie is het weglaten van alle niet essentiële informatie of aspecten om meer fundamentele structuren zichtbaar te maken.

Het is zoals wetenschap en moraal, die niets met elkaar lijken te hebben. Wetenschap beoefenen is immers niet moralistisch opgevat. De nazi’s hanteerden de onbestaande indeling, arische wetenschap tegenover joodse wetenschap.

Maar de abstractie in kunst is geen wetenschapsbeoefening. Het is veelal retinaal, visueel. Abstraherend. Bijvoorbeeld in het kubisme. Achteraf een illustratie van een wetenschappelijke theorie m.b.t. een vierde dimensie.
Er is de materiele abstractie, reductie in minimal art en de inhoudelijke abstractie in conceptuele kunst.
Bij Modrian wil het schilderij propaganda voor de Stijl zijn, een boodschap, maar niet per se op een intimiderende wijze. In het geval van Victory Boogie Woogie wordt een utopisch ideaal verbeeld. Verleidelijk en tastbaar.

Zie ook ‘Intimidatie’ onder Krachtstof.

Allart Lakke, augustus 2011.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *