Ik zag dit bijzondere mandje in het echt in 2000 in New York, in the American Indian Museum (at the historic Alexander Hamilton U.S. Custom House in lower Manhattan).
“Het museum is gevestigd in het oude Customs House dat zich bevindt tegenover Battery Park. De buitenkant van het gebouw lijkt op een oude Griekse tempel. Er staan grote zuilen en standbeelden en de binnenkant is nog mooier. De muren en de vloeren zijn van schitterend wit marmer en de plafonds zijn bedekt met schilderijen.” prijst een reisbureau-reklamefolder aan.
Ik herinner me de compleet bevreemdende omgeving in relatie tot de cultuur objecten. Een soort armoedigheid. Er bestaan overigens meerdere versies van het mandje. De techniek van het weven maakt de mand vocht dicht en veroorzaakte mede het complexe patroon.
Het is een labyrint, dat geen doolhof is. Het is min of meer de langste weg mogelijk binnen een cirkel. Indien men gewoon de weg volgt komt men uit in het centrum, verdwalen is niet mogelijk. Het is het levenspad. De boodschap is, als je over de muurtjes stapt verdwaal je.
Ik maakte in 1993 een grote maquette, die hopelijk nog in de collectie van de Warande in Turnhout is. De foto toont de eerste driedimensionale schets. De latere grote maquette heeft een trapsgewijs weg zakkende vloer naar het centrum toe en de muren die gelijkmatig omhoog groeien. In het oog, zou een wenteltrap moeten komen. Ik hoopte op betonbouw en dat later te betegelen. Het is helaas nooit gerealiseerd. Ik gebruikte het labyrint opnieuw bij de beschrijving van het hoofdstuk getiteld het Zielig Woud.
Van de Noord-Amerikaanse Hopi deïty Kokopilau, de gebochelde fluitspeler, is een aan de rattenvanger van Hamelen parabel vergelijkbaar verhaal bekend. Een omsingeling heeft plaats door een vijandige stam, uithongering dreigt. Dan volgt een doorbraak van de fluit spelende Kokopilau naar de belegerden. Vervolgens bewerkstelligt Kokopilau door fluitspel de transformatie van de kinderen in vlinders, de wolk vlinders vliegt in een spectaculaire ontsnapping over de vijandelijke linie. Hier is dus geen sprake van een ontvoering, zoals die door de onbetaalde rattenvanger wordt uitgevoerd, maar het schema is hetzelfde.
Rattenplaag/vijandelijke belegering, fluitspel of lokroep/betovering, ontvoeren/redden. Zie ook blogtekst Die rare Kokopilau.
In het begin van de jaren zeventig. Mijn onvervulde verwachting ontstond bij het zien van de eerste aflevering van ‘Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer?’ De groep kinderen kwamen bij een rotswand waar drie deuren in zaten. Ik heb geduldig gewacht tot de groep kinderen terug zou komen bij die deuren en de andere twee zouden uitproberen. Nooit dus.
Ik bezocht het Duitse stadje Hameln ooit en las jong ‘De rattenkoning’ van Mulisch, waarin een akelig beeld van de verknoopte staarten van ratten.
Ik combineerde de drie elementen, Kokopilau en de vraag naar wat achter die andere deuren zou hebben gezeten met het bestaan van de rattenkoning. Een doorstart.
Als het overduidelijk is. Zoals in de tragiek van de zwaargewicht bokser Mike Tyson, die zijn tegenstander een stuk oor afbeet. ‘I wanted to hurt him’, Iron Mike is een beest met een klein hartje. Hij lijkt op het Ding van de Fantasic Four (zie blogtekst Het Ding).
De componist Salieri in de film Amadeus, in de openingsscene, waar een priester zijn confessie komt afnemen en beweert dat alle mensen gelijk zijn in de ogen van god. ‘Are they?’ vraagt de vileine Salieri, oprecht twijfelend. De essentie van het leven is het verschil in talent? ‘Such unfullfilible longing, like a lust.’ Hoe ambitie vernietigend kan zijn. Het eindigt met de spot van Salieri, die een goed woordje zal doen voor de priester, want hij is immers de koning van de middelmaat. Weg rijdend in een invalide wagen zegent hij de waanzin om zich heen.
Lange tanden van metaal in de smerige Mond van Sauron, een scene van LOTR in de extended edition, als de wanhoop compleet wordt.
Slipsliding away.
Allart Lakke, 2009.