De Arbeider

 

Gouache op papier, overall formaat 336 x 152 cm, getoond in 2003 op de expo 9×9, in de Budapest galeria in Hongarije. Het werk bestaat uit twaalf losse, aluminium kaders, strak tegen elkaar gehangen. Mijn versie nicknamed ‘De Arbeider’ is opgebouwd uit drie tekens. Links het huis, midden een donker vuur en rechts een hand. Het vrolijke huis is eerder solo uitgewerkt en in die versie nicknamed ‘De Burger’. Het koude vuur in het midden ontwikkelde zich uit een serie nicknamed ‘De Kus”. De schrille hand nicknamed ‘De Duivel’ is eveneens eerder identiek uitgewerkt, die versie is in het bezit van Thomas Raat. Het is een rebus, burger kus duivel.

De gedachte van Marx dat als de arbeider zou kunnen beschikken over kapitaalgoederen, oftewel produktie facitliteiten, deze creatief gedrag zou vertonen, blijkt een farce. Iedere Nederlandse arbeider beschikt nu over een eigen huis, vrije tijd en een Black & Decker workmate. Geen kunst te bekennen.
Of toch Schoonhoven, die postbode was, die is dus een uitzondering.

‘It takes three generations to make a gentleman’ zei mijn moeder eens. Hoeveel voor een kunstenaar?

De zogezegd fundamentele crisis in waarden en normen, ontstaan in de vorige eeuw, is mede veroorzaakt door de verschuiving van de focus op de burger naar de arbeider in het centrum van de macht. De democratisering heeft een ander milieu aan de macht geholpen.
Feitelijk is de standenmaatschappij opgelost en dus ook de dominante opvatting van die burger m.b.t. smaak. Aangezien de arbeider ook kunst zou moeten beleven of ondergaan, moest zich een kunst ontwikkelen die die arbeider beviel. In het begin van de Russische revolutie is daarvan de eerste poging te zien. Een alomvattend geheel van ingrepen in schilderijen, architectuur, kleding, literatuur, affiches, theater, muziek, serviesgoed enz.
De kunst verliet het salon naar de werkvloer, naar de openbare ruimte. De vormgeving werd uniform en democratisch, voor iedereen toegankelijk.
In zekere zin ontstond toen het model van de consumptiemaatschappij, de mal. Mooi!
Na vier jaar experimenteren, na de dood van Lenin, sloeg het klimaat echter volkomen om en de revolte was voorbij.

In het Westen wilde men eveneens de kunst democratiseren. Elitair luidde de vloek.
Eind twintigste eeuw ontstond veel werk waarin de positie van de arbeider een belangrijke rol heeft.
Kunst, die door en voor de massa, de arbeider bedoeld is, Carl André, Andy Warhol, Richard Serra recentelijk Jeff Koons, Tracey Emin, Sarah Lucas en Damien Hirsch. Het soort kunst dat geproduceerd wordt heeft industriële kenmerken, in de herhaling, het materiaal, het produktie proces, de grote oplagen en formaten en/of behelst de belevingswereld van de arbeider. Conceptueel en simplificerend. Niet slecht en in zekere zin slaagt de opzet. Een massa publiek wordt inmiddels bereikt.

Helaas lijkt het werk soms slechts de ‘goede’ smaak te willen aantasten, een inhoudelijke misvatting, een non-issue. De discussie woedt daardoor voort over wat kitsch is, een negentiende eeuws probleem gekoppeld aan burgerlijke smaak en de overtuiging dat kunst ‘schoon’ moet zijn.
Hoezo smaak? Zoals de burger de adel imiteerde, imiteert de arbeider de burger?
Mijn werk en smaak? Hm.

Allart Lakke, 2009.

De Arbeider is te koop bij galerie Transit, Mechelen voor 9500 euro exclusief 6 % btw.